Log in
Anton, die bij de eerstelijnspsycholoog Esther in behandeling komt, stopt na enkele maanden met de behandeling. Hij verwijt Esther dat ze grensoverschrijdend met hem gecommuniceerd heeft. Zo zou zij onder meer verhalen over haar man aan Anton verteld hebben. En ook zouden andere cliënten met seksuologische problemen door Esther ter sprake zijn gebracht. Kan Anton zijn beweringen hard maken?
Henk Geertsema

In veel situaties die in deze rubriek aan de orde komen krijgt de klager geheel of gedeeltelijk gelijk van het tuchtcollege (BIG-tuchtrecht) of het College van Toezicht (NIP-tuchtrecht). Dat komt omdat er meestal wel iets te leren valt van situaties waarin niet professioneel gehandeld is. Dit zou het beeld kunnen oproepen dat de klager altijd gelijk krijgt. Die gedachte is een misverstand. Ongegrond luidde het oordeel van het College van Toezicht over negentien klachten (46%) na een mondeling en schriftelijke behandeling in 2017.1

Een voorbeeld van een ongegronde klacht is het verhaal van Anton2. Hij kwam bij Esther in behandeling. In het door haar opgestelde behandelplan staat onder meer als diagnose vermeld: depressie en angststoornis met een vermoeden van  ADHD. Anton gaat akkoord met het behandelplan.

Al na ruim twee maanden laat Anton aan Esther via het antwoordapparaat weten dat hij met de therapie wil stoppen. Esther biedt Anton hierop een kosteloos gesprek aan. Kort voordat dit gesprek