Log in
‘Van jongs af aan was ik geïnteresseerd in menselijk gedrag. Zo verwonderde het me dat ik spruitjes lustte, terwijl anderen ze vies vonden. Pas later begreep ik hoe het kwam. Aanvankelijk vond ik ze ook niet lekker, maar mijn moeder probeerde de eetervaring leuk te maken. Ik herinner me dat we de afwas stonden te doen. Mijn bord met spruitjes had ik niet opgegeten en die stond op het aanrecht. Mijn moeder zei: “Moet je je voorstellen dat het geen spruitjes zijn, maar een exotisch gerecht dat je voor de eerste keer proeft en dat superlekker is.” Ze nam er een en deed of dit het lekkerste was wat ze ooit gegeten had. Dat kon ik alleen maar ervaren als ik het zelf ook proefde. Ik proefde, maar vond het niet lekker. Toen nam mijn moeder er weer een en riep: : “Oooooh, deze is nóg lekkerder!” Dus ik moest het nog een keer proberen, anders kon ik niet weten of ze gelijk had.
Geertje Kindermans

Later als we weer spruitjes aten, zei ze: “De vorige keer heb je ze ook gegeten. En vond je ze toen vies?” In mijn herinnering waren ze lekker. Of in ieder geval was het leuk geweest. Nu leer ik tijdens mijn studie dat associaties met eten voor een deel bepalen wat je lekker vindt.

Vanaf de vierde klas wist ik dat ik psychologie wilde studeren en heb ik me bij de Radboud Universiteit Nijmegen aangemeld. Op de universiteit was het aanvankelijk erg wennen, het was een hele ervaring om in een college te zitten met 350 studenten, dan ben je opeens heel klein. Je kunt opgaan in de massa. Niet dat ik er bang voor was, dat is een te groot woord, maar ik wist dat het een gevaar was en dat wilde ik voorkomen. Hoe vind je bijvoorbeeld in die massa de mensen waarmee je echt een klik hebt?

Toch heb ik zulke mensen gevonden. Ik had het geluk dat