Log in
In mijn studententijd heb ik me nooit aangesloten bij een studentenvereniging. Als ik al de ambitie had gehad, was ik nooit door de ontgroening heen gekomen, want van huis uit ben ik niet bepaald gedrild. Integendeel. ‘Eet je bord leeg!’ of ‘En nu naar bed!’ dat hoorde ik mijn moeder vroeger niet snel tegen me zeggen. Ze vond: als je geen honger hebt, hoef je niet te eten en als je niet moe bent, heeft slapen toch geen zin.
Geertje Kindermans

De verhalen over ontgroening waar de kranten de laatste tijd bol van staan, volg ik dan ook met belangstellende verbazing. Ook Peter Prudon verwondert zich over het onder werp; in dit nummer maakt hij een fascinerende analyse en vergelijkt hij de ontgroening van studenten met de initiatierituelen bij de papoea’s.

Een andere groep waartoe ik niet behoor, is die van misdadige meisjes. Dat zijn meisjes die zijn ontspoord, bijvoorbeeld omdat ze omgaan met ‘ongunstige jongens’ en vervolgens naar een heropvoedingsgesticht worden gestuurd. Saskia Bultman beschrijft hoe deze meisjes in de loop der tijd zijn beoordeeld door psychologen. Daarvoor zijn sterk uiteenlopende methoden ingezet, van de Rorschachtest tot, later, psychologisch therapeutisch onderzoek. In haar artikel concludeert ze dat verschillende meetmethodes verschillende definities van misdadige meisjes opleveren.

De kwestie van het al dan niet behoren tot een groep speelt ook een rol in het verhaal van Semiha Denktas. Het heersende idee is dat we de grootste gezondheidswinst kunnen behalen door onze