Nico Frijda was van 1965 tot 1992 hoogleraar Algemene Functieleer aan de Universiteit van Amsterdam en is na zijn emeritaat nog tien jaar lang bijzonder hoogleraar Emotietheorie geweest. Hij geldt als een van de bekendste en meest geciteerde psychologen van Nederland.
Nico begon kort na de oorlog met zijn studie psychologie aan de Universiteit van Amsterdam (toen nog Gemeente Universiteit Amsterdam geheten). Daar maakte toentertijd Adriaan de Groot (1914-2006) net internationaal faam met zijn proefschrift Het denken van den schaker. De directe aanleiding om psychologie te gaan studeren lag in de uitvoerige bespiegelingen tijdens zijn verblijf in de gevangenis van Leeuwarden gedurende enkele oorlogsjaren. De Duitse bezetter verdacht de onder een schuilnaam ondergedoken Nico ervan de zoon te zijn van Herman Frijda (1887-1944), hoogleraar Economie aan de UvA. Vanwege zijn Jood-zijn werd Frijda senior naar Auschwitz gestuurd, waarvandaan hij niet weer zou terugkeren. Onkundig van het lot van zijn vader (en andere familieleden, zoals een broer die zijn verzetsdaden met de dood