Lees verder
Toen ik de opleiding tot klinisch psycholoog volgde, kreeg ik met pittige cliënten te maken.
Geertje Kindermans

Onder andere met jongeren die een suïcidepoging hadden gedaan. Zoals een cliënt die eigenlijk niet met een hulpverlener wilde praten. Zijn moeder was wanhopig en had hem zo ongeveer omgekocht met een paar voetbalschoenen om hem mee te krijgen. De jongen had geen serieuze pogingen gedaan, maar hij had zichzelf wel proberen te beschadigen. In de wachtkamer heb ik hem overgehaald om even mee te komen naar de spreekkamer. Ik legde uit dat hij elk moment weer kon stoppen met het gesprek, zo gaf ik hem de controle. Uiteindelijk wilde hij wel praten.

Ik vond het spannend of er weer een poging zou volgen, ik wist dat ze steeds ernstiger werden. En ik vroeg me af: hoe doe je dat eigenlijk, crisismanagement? Als therapeut leer je luisteren, contact maken, interventies doen en daarin voelde ik me vaardig. Maar bij cliënten die suïcidepogingen achter de rug hebben, moet je de vraag beantwoorden: kan ik diegene naar huis sturen of niet? En dat had ik niet geleerd op de opleiding.

Weer een poging

Na twee gesprekken deed hij weer een poging. Zijn moeder belde ons erover en hoewel ze bezorgd was, kwam haar telefoontje ook een beetje lauw over. Ze belde pas een paar dagen later en niet om onze hulp in te schakelen. Ik schrok en vroeg me af: hoe krijg je grip op dit soort situaties? Later volgde er nog een suïcidepoging.

Ik heb een psychiater bij deze case betrokken. Van hem en van andere psychiaters waarmee ik in die periode te maken kreeg, leerde ik om goed te handelen in crisissituaties. Als psychologen hebben we geleerd om een therapie aan te gaan, bij de eerste sessie hoeft niet zoveel te gebeuren, je wilt eerst kennismaken en vertrouwen opbouwen. Daar heb je in een crisissituatie geen tijd voor, dan moet je systematisch uitvragen, gelijk man en paard noemen, snel een inschatting maken van de situatie en een beslissing nemen. Je moet de veiligheid in het oog houden. Je wilt bijvoorbeeld van de ouders weten of ze gaan meewerken of dat er een ibs (inbewaringstelling) moet komen. Psychologen twijfelen lang: wat is het? Psychiaters komen snel met een hypothese en gaan gelijk aan de slag. En als het later iets anders blijkt te zijn, stellen ze de hypothese bij. Ze zijn niet zo bang ernaast te zitten. Juist de combinatie vind ik interessant.

Ik was nog niet eens helemaal klaar met de opleiding tot klinisch psycholoog, toen ik de vacature voor klinisch psycholoog tegenkwam bij 113. In die functie komt alles bij elkaar wat ik interessant vind: crisismanagement, leidinggeven aan een team, pionieren en innoveren, en er was ook de mogelijkheid om te promoveren. Bij 113 is crisismanagement van groot belang. Alleen zit dat als het ware in de systemen ingebakken, want de hulpverlening bij 113 gaat helemaal online. Mensen kunnen ons bellen, of via chat of mail benaderen. Dat kan zeven dagen per week, 24 uur per dag. Onze hulpverlening valt in twee categorieën uiteen: crisislijnen en therapie. In het eerste geval bellen mensen die op het moment zelf knel zitten. Voor ons is het heel belangrijk hoe we het eerste contact leggen, om ervoor te zorgen dat er weer wat hoop komt en om te achterhalen of er ruimte is om eventueel te gaan behandelen. Het is van belang dat je ze aan de lijn houdt. Iemand die de telefoon opneemt en wil doorverbinden naar een therapeut, kan beter niet zeggen: over tien minuten word je geholpen. Die kan beter gelijk beginnen met vragen: hoe gaat het nu?

Innovatie

Ik ben bij 113 ook veel met innovatie bezig. Zo willen we op het moment het triageren invoeren. Dat wil zeggen: door de juiste vragen te stellen snel de ernst van een geval inschatten. Acute gevallen worden meteen opgevangen, degenen die eens willen praten, laten we op een moment terugbellen dat er meer tijd is. Eerst gaan we het technisch uitvoeren en als dat lukt, dan gaan we het snel invoeren in onze dagelijkse praktijk.

Het spannende van zelfmoord is dat het zo impulsief gaat. Als er een zelfmoord in het nieuws is kan er een golf volgen van mensen die ook een poging doen. We zorgen ervoor dat mensen die op internet ‘zelfmoord’ intikken onze banner te zien krijgen. We proberen zo goed mogelijk in zoekresultaten terug te komen. En er staan bordjes langs het spoor, op plekken waar mensen kunnen springen. Die bordjes bevatten de oproep: Lijkt je leven uitzichtloos? Ik luister, wat je verhaal ook is. Bel 0900-0113. Dat werkt en daaruit blijkt wel hoe ambivalent mensen zijn. Vaak willen mensen niet echt dood. Ze willen vooral dat de ellende stopt.’