Lees verder
Zaterdag 2 februari jl. organiseerde Meesters in de Psychologie (MidP) haar eerste congres: ‘Baanbrekend’. Al vijf jaar zet de vereniging zich in om psychologen met plezier en inspiratie hun vak te kunnen laten uitoefenen. De workshop ‘De Vloer Op met Psychologen’ van Toos Sax van der Weijden vormde onderdeel van het congres.
Sarah Prins

Wij psychologen zijn erg verbaal en cognitief opgevoed en daardoor vergeten we nog wel eens aandacht te schenken aan het basale (nonverbale) contact. Tijdens mijn eerste toneellessen raakte ik als psycholoog door acteertechnieken geïnspireerd. Behandelaars en acteurs gebruiken allebei zichzelf als instrument. En zeker bij improvisatietheater moet je ter plekke inspelen op onverwachte situaties – iets wat een hulpverlener niet onbekend in de oren zal klinken. Daarbij is de speelvoer de plek bij uitstek om op een realistische maar veilige manier te experimenteren met diverse behandeltechnieken. Ik begon te bedenken hoe je dit in psychologische behandelingen kan toepassen. Met twee doelen: jezelf sterker neerzetten en je cliënt helpen.

Tijdens een improvisatiecursus die ik volgde bij theaterdocent Toos Sax van der Weijden hoorde ik dat zij ook thuis is in psychodrama. Samen met de vereniging Meesters in de Psychologie (MidP) besloten we toen een improvisatieworkshop voor psychologen op te zetten: De vloer op met psychologen.

Voetjes op de vloer

Voor De Vloer Op Met Psychologen gebruiken we op deze druilerige februariochtend een foyer in het Academiegebouw van de Universiteit Utrecht, met een klassieke schouw, hoge ramen en eiken vloer. De grote houten deuren gaan open en de ruim vijfentwintig deelnemers stromen binnen. De schoenen gaan uit, die maken teveel lawaai op de eiken vloer. Op sokken spelen de deelnemers vervolgens in groepjes van drie met hoge en lage status. Het is een speltechniek die gaat over hoe je je als speler verhoudt ten opzichte van je medespeler(s) (de koning en zijn onderdanen).

Soms zie je dat een deelnemer vanuit de lage status vertelt, maar non-verbaal nog steeds een dominante houding aanneemt. ‘Dat is heel interessant,’ vertelt Sax van der Weijden. ‘In 2018 hebben we al eens een langere variant van deze workshop gegeven vanuit bij MidP. Toen viel het op dat een van de therapeuten tijdens een rollenspel onbewust haar hand voor zich hield, met de vingers omhoog, handpalm naar buiten, richting de (gespeelde) cliënt, alsof ze subtiel iets tegenhield. Dat kan afwijzend overkomen en dat draagt niet bij aan een goede therapeutische relatie.’

Mensen zijn voortdurend bezig de status te bepalen ten opzichte van elkaar, aldus Sax van der Weijden. ‘Dit zit ’m in de manier waarop je iets zegt én in de houding die je aanneemt. Zelfs in een telefoongesprek met een vriendin kun je jezelf erop betrappen dat jij je soms boven haar opstelt en je op een ander moment minderwaardig voelt. Wanneer je deze gedragingen bij jezelf leert herkennen en je er dus meer bewust van wordt, kun je daarin schakelen tijdens therapie of coaching om tot een gelijkwaardige dialoog te komen met jouw cliënt.’

Sax van der Weijden refereert aan een scène tijdens de workshop, over een cliënt die de therapie echt niet meer ziet zitten. In deze scène toont de therapeut bewondering door te benoemen dat ze het knap vindt dat de cliënt toch gekomen is. ‘Door zelf wat onder de ander te zitten (in je status dus wat onderdaniger) zet je de ander als het ware “omhoog” volgens het model Roos van Leary,’ legt Sax van der Weijden uit.

Ervaring

Maaike Wijma is sociaal psycholoog en analist bij ABN AMRO en een van de deelnemers aan de workshop. ‘Door zelf gedrag uit te voeren, was ik heel bewust bezig met de vraag welk concreet gedrag laat iemand in die positie eigenlijk zien? Daardoor wordt het herkennen van dergelijk gedrag bij een cliënt in de praktijk makkelijker. Sommigen van ons waren zo moedig om voor de groep een casus in te brengen door middel van een rollenspel. Hier kon de rest veel van leren.’

Volgens Wijma moedigde Sax van der Weijden de ‘psycholoog’ aan om primair te reageren op de houding van de ‘cliënt’ in plaats van te reageren zoals je dat geleerd hebt als psycholoog. ‘Ze zette het rollenspel soms na een paar zinnen stop zodat wij konden inzien wat er precies gebeurde. “Welk concreet gedrag heb je gezien? Welk appèl deed de cliënt?’’

Op het congres van Meesters in de psychologie legt vrijwilliger Josette Dijksman – adviseur en trainer bij Q-consult Zorg Dijksma – zelf ook een mooie verbinding met improvisatietoneel in de workshop ‘Take Care’, over zelfzorg bij psychologen. ‘In psychodrama speel je met verschillende energieën, waaronder de doe- en de zijn-energie. In de doe-energie ben je economisch bezig, je benut je energie optimaal om je doelen te bereiken. In de zijn-energie ben je observator en doe je verder niks anders dan registreren, eigenlijk de mindfulness-stand.’ Vanuit deze stand kan je beter aanvoelen wat een situatie op dat moment nodig heeft, legt Dijksma uit. ‘Je kan goed prioriteiten stellen in plaats van een heel takenpakket proberen af te werken binnen een te korte tijd.’

Na afloop van de workshop vroeg één van deelnemers aan Toos Sax van der Weijden of zij een gastcollege voor psychologiestudenten wil geven. Vooral op de universiteit zou dit een welkome aanvulling op het studieprogramma kunnen zijn. Veelgehoorde kritiek op de universitaire opleiding is immers dat er te weinig praktijk wordt aangeboden, en toneellessen kunnen de psychologen in spe (of starters en wellicht zelfs ervaren psychologen) echt helpen in het contact met cliënten. Universitaire docenten en docenten die nascholing verzorgen kunnen zich kortom melden voor meer informatie.