Log in
Forensisch psychologen spelen een belangrijke rol bij rechterlijke beslissingen over een verdachte. In oktober 2017 deden Lolotte Schimmel en Peter van Koppen in De Psycholoog verslag van een onderzoek naar de kwaliteit van de tests die worden gebruikt in rapporten van forensisch psychologen. Hun conclusie: ‘In meer dan de helft van de gevallen wordt een test gebruikt die niet door de COTAN als voldoende is beoordeeld.’ Ingrid van Woudenberg, Merel Prinsen, Ans Schouten en Maaike Kempes, allen werkzaam bij het NIFP vinden deze conclusie ‘te kort door de bocht.’
Ans Schouten, Ingrid van Woudenberg, Maaike Kempes, Merel Prinsen

Lolotte Schimmel en Peter van Koppen (2017) presenteerden een onderzoek naar de kwaliteit van tests bij justitiabelen. Vanuit het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) is met veel belangstelling kennis genomen van het onderzoek. Zoals terecht door Schimmel en Van Koppen is opgemerkt, is een hoge kwaliteit van pro Justitia rapportages van groot belang, voor de justitiabele voor wie het onderzoek verstrekkende gevolgen kan hebben, maar ook omdat de uitslag van het onderzoek een bouwsteen is voor beslissingen in het strafproces.

Schimmel en Van Koppen komen met dit onderzoek op het moment dat de nieuwe Richtlijn ambulant forensisch psychologisch onderzoek en rapportage in het strafrecht – de vervanger van de best practice uit 2007 die in 2009 marginaal is aangepast – ter vaststelling bij de directie van het NIFP lag. Dit betekent dat Schimmel en Van Koppen voor een deel zijn uitgegaan van gedateerde informatie, omdat de richtlijn niet op alle punten hetzelfde aanbeveelt als de eerdere best practice. Graag reageren wij namens