In 1970 schreef de filosoof Frits Staal zijn befaamde artikel ‘De academicus als nowhere man’ in een poging de academicus opnieuw op de maatschappelijke agenda te krijgen.1 Immers: ‘If you don’t have a seat at the table, you may be on the menu.’2 Het ging Staal om de relevantie, de status en de koers van wetenschappelijke kennis.
De wetenschapper was volgens Staal gedwongen een maatschappelijk geëngageerd standpunt in te nemen waarbij vernieuwing voorop stond. Staal was wars van machtsstructuren en vage prietpraat. Wat betreft een actieprogramma verwachtte hij veel van de studenten: zij dienden een belangrijke functie te krijgen bij vernieuwingen en bij de relatie tussen wetenschap en samenleving en bij het verhelderen van wetenschapsfilosofische en ethische vragen. Ook dienden studenten het voortouw te nemen en te krijgen wat betreft intellectuele en morele leiding en internationalisering van het onderwijs.
Over onderwijsvernieuwing was Staal vrij radicaal: in