Mensen met een depressie hebben diverse behandelmogelijkheden: antidepressiva en verschillende vormen van gesprekstherapie, zoals cognitieve gedragstherapie (CGT), interpersoonlijke psychotherapie of psychodynamische therapie. Deze behandelingen werken gemiddeld genomen ongeveer even goed – hoewel niet goed genoeg, want lang niet alle mensen zijn na afloop ervan depressievrij. En er zijn individuele verschillen; sommige mensen reageren wel op een behandeling en anderen niet. Dit is het onderwerp waarmee Ellen Driessen zich bezighoudt. In haar Veniproject wil ze onder meer een instrument ontwikkelen om mensen met een depressie te matchen aan de behandeling die voor hen de grootste kans van slagen heeft.
Groot onderzoek
Driessen studeerde klinische psychologie en klinische neuropsychologie aan de Universiteit van Amsterdam en is gz-psycholoog. Ze vertelt over de voorgeschiedenis van haar Veni. ‘Mijn promotieonderzoek ging over de effectiviteit van psychotherapie voor depressie. Hiervoor heb ik onder andere twee soorten gesprekstherapie vergeleken: CGT en psychodynamische therapie.’ Over het algemeen deden beide therapieën het even goed. ‘We vonden geen