Opmerkelijk dat Van Oppen, Kamphuis en Van den Hout zoveel moeite hebben gestoken in het overdoen van het werk van meerdere internationale peer reviewers. Ook de timing van de reactie op ons werk bevreemdt ons. Drie van de vier papers verschenen respectievelijk tien, zeven en vijf jaar geleden.
Gegeven de ruimte kunnen wij niet ingaan op alle feitelijke onjuistheden en uit hun verband gehaalde citaten.1 Daarom beperken we ons tot de algemene opmerkingen over de toepassing van de Dynamische Theoriegestuurde Profielinterpretatie (DTP), het betrekken van het artikel over Ultra High Risk (UHR)-status en de visie van Van Oppen c.s. op de hypothesetoetsing en consequenties ervan voor toepassing van de structuurtheorie.
Toepassing DTP
De opmerking dat ‘iedereen die de DTP-procedure doorloopt opgezadeld wordt met een pathologische PO [PersoonlijkheidsOrganisatie]’ is onjuist. Die suggereert dat er ook zoiets is als een ‘normale’ persoonlijkheidsorganisatie. Een PO geeft een niveau van functioneren aan