Log in
Emotie-eten is overal. Onze tijdgeest, obees en betuttelend, maakt van eten uit emotionele onrust een ongewenste hype: wie wel eens te veel eet, doet dat vooral uit ellende en dat moet snel afgelopen zijn. Peggy Bongers betoogt dat het maar de vraag is of emotie-eten bestaat. En als het al bestaat, waarom is het dan zo erg? Lekkerbekken komen toch wel aan hun trekken.
Peggy Bongers

Emotie-eten is hot. Sterren als Janet Jackson en Jessica Simpson spreken in interviews openhartig over hun neiging om te eten als het even niet meezit, en dan liefst veel en ongezond. In de vele obesitas- en afvalprogramma’s op tv zit altijd wel een emotionele eter. Typ in een internetzoekmachine ‘emotioneel eten’ in, en binnen luttele seconden heb je de beschikking over miljoenen websites die je precies vertellen hoe je het herkent en wat je eraan doet. Niet verwonderlijk dus dat emotie-eten een populair onderwerp is. Overgewicht en obesitas vormen een groot probleem in onze maatschappij, en het vele en vette eten dat geconsumeerd wordt door emotionele eters zou hier wel eens aan bij kunnen dragen.

Terwijl de meeste mensen minder eten als ze zich rot voelen, en afvallen, zouden sommige mensen onder invloed van emoties juist meer gaan eten; de emotionele eters. De rol van emoties in eetgedrag werd in de jaren 60 van de vorige eeuw voor het eerst