Log in
Deze rubriek belicht onder zoek waaraan de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) een Veni-, Vidi- of Vici-beurs heeft toegekend. In deze aflevering: Dr. Rens van de Schoot, hoogleraar Methoden en Statistiek aan de Universiteit Utrecht, ontving in 2014 een Vidi-beurs voor zijn onderzoek naar het toevoegen van expert-kennis aan onderzoek met een te kleine dataset om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden.
Geertje Kindermans

Rens van de Schoot is methodoloog en daarom komen veel onderzoekers bij hem langs met een lastige statistiekvragen. Zo ook Nancy van Loey, onderzoeker van de Vereniging Samenwerkende Brandwondencentra Nederland (VSBN) in Beverwijk. Zij doet onderzoek naar de psychosociale problemen van kinderen en hun ouders na het oplopen van brandwonden, vanaf het moment van binnenkomst in het brandwondencentrum tot twee jaar erna. Lijden deze kinderen aan een posttraumatische stressstoornis (PTSS)? Hoe ontwikkelen ze zich vervolgens? Hoe vergaat het hun ouders? Belangrijke vragen, maar Van Loey had een relatief kleine groep kinderen, want – gelukkig – zijn er niet heel veel kinderen die ernstige brandwonden oplopen. In vergelijkbare gevallen, als de dataset te klein is om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden, wordt het onderzoek soms gestopt of wordt de onderzoeksvraag versimpeld. Van de Schoot vond beide onwenselijk. Dus vroeg hij zich af: is daar niets te op te vinden? Hier moest iets nieuws worden bedacht, want met de statistiek die al op de

1. Lek, K., & Van de Schoot, R. (2019). Wie weet het beter, de docent of de centrale eindtoets? De Psycholoog, 4, 10-24.