Log in
‘Psychologie bestaat uit uitspraken van mensen over mensen’ – een rakere typering van ons vakgebied dan die de psycholoog Bert Duijker (1912-1983) ruim een halve eeuw geleden deed, ken ik niet.
Vittorio Busato

U herinnert zich Duijker wellicht nog van de rubriek ‘Ieder mens doet aan psychologie’ in dit blad – ook zo’n treffend citaat van hem. En zeker oudere lezers zullen weten dat hij de geestelijk vader is van de verschillende leren in de psychologie zoals ontwikkelingsleer, functieleer en methodenleer. Die laatste, methodenleer of methodologie, zag Duijker als het fundament onder ons gehele vak. Uitspraken die psychologen – mensen dus – doen over mensen, winnen aan algemene geldigheid als ze zijn gebaseerd op stevig heiwerk; die uitspraken moeten niet zijn gestut in methodologisch drijfzand.

Dat fundament in de psychologie is evenwel aan erosie onderhevig, zo beweert methodoloog Jelte Wicherts in het coverstuk van dit nummer. Volgens Wicherts is het methodologisch niveau van veel onderzoek in de sociale wetenschappen te laag. Consequentie is dat de vakliteratuur mogelijk meer onjuiste dan juiste conclusies bevat – de replicatiecrisis in de psychologie is daarvan wellicht een treffende illustratie. Wicherts pleit daarom voor ‘methodologisch meedogenloos onderzoek’: methodes die ware hypothesen