Lees verder
Al ruim anderhalf jaar is Karen van Oudenhoven– van der Zee directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau ( SCP). Ze pleit ervoor dat overheid en politiek veerkrachtiger en empathischer worden om hedendaagse vraagstukken zoals over structurele ongelijkheid en de klimaatcrisis aan te pakken. Eerder verrichtte ze jarenlang onderzoek naar diversiteit en interculturele psychologie. ‘Ik heb in mijn carrière bepaalde stappen behoorlijk snel gezet. Mijn eerste baan was meteen die van universitair docent, terwijl het in die tijd normaal was om eerst te promoveren.’
Anouk Bercht

Wie aan diversiteit denkt, kan moeilijk om Karen van Oudenhoven-van der Zee (1966) heen. Ze is onder meer medeoprichter van het initiatief ‘Meer Kleur aan de Top’ en was als chief diversity officer verantwoordelijk voor het diversiteitsbeleid aan de Vrije Universiteit Amsterdam (VU). Samen met haar man, Jan Pieter van Oudenhoven, emeritus hoogleraar crossculturele psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, schreef ze het studieboek Interculturele Psychologie. Eerder bekleedde ze functies als decaan en vicerector aan de VU Amsterdam, en was ze hoogleraar interculturele competentie aan dezelfde universiteit.

Een specifieke reis naar Mozambique gaf een belangrijke impuls aan haar onderzoek naar die interculturele competenties, oftewel de kennis, houdingen en vaardigheden waarmee je succesvol kunt omgaan met mensen van verschillende achtergronden, zoals culturele empathie en openmindedness. Van Oudenhoven–van der Zee vertelt: ‘Mijn man was gevraagd daar te komen werken. We trokken er samen naartoe om te kijken of we er wilden wonen.’ Ondanks haar eerdere reiservaringen en bezoeken aan landen als Kenia en Tanzania was dit een heel andere ervaring. ‘Iedereen op straat was zwart. Voor het eerst in mijn leven voelde ik me echt bij een minderheid horen. Tot overmaat van ramp werden we ook nog eens beroofd. Ik voelde me angstig, onzeker en raar. Ik herkende mezelf niet meer en had even helemaal geen zin meer om te reizen en te ontdekken. Ik verlangde vooral terug naar een witte homogene samenleving.’

Nadat dit gevoel was weggezakt, begon ze zich af te vragen of interculturele competenties ons kunnen beschermen in dit soort situaties, wanneer je te maken krijgt met onzekerheid, verlies van controle of dreiging. Dat bleek het geval voor een deel van die competenties.

Na een beroving in Mozambique verlangde ik voor het eerst in mijn leven terug naar een witte homogene omgeving

Was u als kind al geïnteresseerd in diversiteit?

‘Als kind vond ik het al intrigerend om met mijn ouders op reis te gaan. Of het nu Spanje of Frankrijk is, de gereedschapskist die je hebt aan gedragingen moet je toepassen in een nieuwe context. Dat is verrijkend en leerzaam, maar in de praktijk in eerste instantie lastig. Dat is voor mij ook een kernvraag van de psychologie: waarom is het zo ingewikkeld om met mensen om te gaan die anders zijn? En hoe kunnen we die lastigheid overwinnen?’

Wat vindt u er zelf moeilijk aan?

‘Ik volgde een paar jaar terug een coachingsopleiding waaraan mensen uit allerlei verschillende culturen meededen. Een opdracht was om onder tijdsdruk in een team te beslissen aan welke patiënt we een nier wilden doneren. Een Roemeense man in de groep wilde de nier doneren aan een patiënt die in ruil voor de nier geld wilde geven aan het ziekenhuis. Ik oordeelde daar onmiddellijk over. Dat is corrupt en ik vond dat er zo een voorsprong ontstond voor patiënten die dat konden betalen. Ik begon die Roemeense man dus vriendelijk de mond te snoeren. Totdat een mevrouw uit India vroeg of we even naar zijn redenering konden luisteren. Na een beetje morren heb ik dat gedaan. Hij hoopte dat met dat geld ook andere patiënten geholpen konden worden. Ik veranderde niet van opvatting, maar keek wel positief naar zijn intentie. Als ik niet naar hem had geluisterd, was ik hem en zijn opvatting blijven veroordelen en had ik hem als een slecht persoon beschouwd.’

En wanneer bent u verrijkt door diversiteit?

‘Voortdurend. Als chief diversity officer aan de VU gaf ik samen met studenten vorm aan het diversiteitsbeleid. Die studenten kwamen met ideeën en realiteiten die voor mij helemaal nieuw waren. Zonder hun inbreng had ik dat beleid niet zo goed kunnen vormgeven. Soms voelde ik me daar ongemakkelijk bij, ik was immers de leider. Ik voelde ergens dat ik het zelf het beste moest weten. Mijn eigen ego moest ik dus opzijzetten. Maar daardoor ontstonden er hele mooie gesprekken.’   

Karen van Oudenhoven-van der Zee

Karen van Oudenhoven-van der Zee studeerde psychologie, met een specialisatie in persoonlijkheidspsychologie en arbeids- en organisatiepsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Aan diezelfde universiteit promoveerde ze op onderzoek naar de verwerking van chronische ziekte en kwaliteit van leven. Later richtte ze zich op onderzoek naar interculturele competenties. Sinds oktober 2022 is Van Oudenhoven–van der Zee als directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) Kim Putters opgevolgd. Ze is daarmee de eerste vrouwelijke directeur van het bureau. Daarnaast is ze bijzonder hoogleraar maatschappelijke veerkracht aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Wanneer bent u het meest trots geweest op uw carrière?

‘Een bijzonder moment voor mij was de periode rond de aanslagen van 9/11. De hele wereld was in shock en ik was net hoogleraar geworden. Ik dacht: goh, nu ben ik dus hooggeleerd en heb ik alles bereikt wat ik in mijn leven wilde bereiken. Maar het voelde niet zo. Ik had niet het gevoel dat ik voor de samenleving had gedaan wat ik wilde doen. De samenleving stond voor mijn gevoel in brand terwijl de wetenschap in haar ivoren toren bleef. Ik wilde iets doen. Toen ben ik het Instituut voor Integratie en Sociale Weerbaarheid (ISW) begonnen, om onderzoek te doen naar integratievraagstukken in samenwerking met belanghebbenden, zoals scholen, woningcorporaties en werkgevers. Ik probeerde een brug te slaan tussen wetenschap en maatschappelijke vraagstukken. Achteraf gezien een soort mini- ­SCP’.

U bent sinds anderhalf jaar directeur van het SCP, merkt u dat u de eerste vrouwelijk directeur bent?

‘Mijn ouders hebben altijd benadrukt dat ik moest doen waar ik goed in was en wat ik leuk vond. Ze hebben nooit gezegd dat mijn vrouw-zijn eventueel een belemmering was. Daar ben ik ze dankbaar voor, want daardoor ben ik gewoon aan de slag gegaan. Ik ben vaak een buitenbeentje geweest en heb in mijn carrière bepaalde stappen behoorlijk snel gezet. Mijn eerste baan was meteen die van universitair docent, terwijl het in die tijd normaal was dat je eerst ging promoveren. Mijn vrouwelijke vrienden vroegen zich af of ik dat wel moest doen, terwijl mijn mannelijke vrienden vonden dat ik ervoor moest gaan. Op m’n 35ste was ik hoogleraar en kreeg ik te maken met ingewikkelde politieke dynamieken. In die periode moest ik behoorlijk knokken om boven water te blijven.

Doordat ik mijn eigen ego opzij zette, ontstonden er hele mooie gesprekken

Als directeur van het  ­SCP ben ik me er niet zo bewust van dat het bijzonder is dat ik een vrouw ben, al merk ik wel dat mensen soms anders op mij reageren omdat ik een vrouw ben. Voor mij is dat geen groot probleem. Ik ben het gewend te werken in een omgeving met veel mannen, en dat vind ik ook leuk. Het klinkt misschien cliché, maar over het algemeen reageren mannen anders dan vrouwen. Een gelijke verdeling tussen mannen en vrouwen creëert de beste dynamiek en heeft een plezierig effect op de samenwerking.

Nu vind ik het vooral belangrijk om aan andere vrouwen te laten zien dat dit soort functies ook door een vrouw vervuld kunnen worden. Het is uit onderzoek bekend dat toen Barack Obama president werd het aspiratieniveau van zwarte kinderen omhoogging. In het klein hoop ik ook zo’n bijdrage te leveren aan het aspiratieniveau van vrouwen.’

Naar aanleiding van het vijftigjarige bestaan van het SCP schreef u een eassy1 over Nederland. Er is in vijftig jaar veel veranderd in Nederland en we staan voor verschillende uitdagingen, zoals klimaatverandering, armoede, ongelijkheid en een laag vertrouwen in de overheid, zo schrijft u. Ligt u daar wel eens wakker van?

‘Ik vind het belangrijk dat iedereen zich kan redden in zijn of haar bestaan. Uit onderzoek van het  SCP blijkt dat er grote verschillen zijn in de mate waarin mensen in Nederland kunnen meedoen, ondanks dat we een rijk land zijn. Daarnaast zijn er ook verschillen in de hoeveelheid hulpbronnen waarover mensen beschikken, zoals verschillen in gezondheid, financiën, computervaardigheden, en het invullen van ingewikkelde formulieren. Die verschillen vind ik op zichzelf al zorgelijk. Daar komt nog bij dat er grote verschillen zijn in hoeveel vertrouwen mensen hebben in de overheid en in opvattingen over maatschappelijke thema’s zoals klimaat, asiel en migratie. Mensen met veel en met weinig middelen leven steeds meer gescheiden van elkaar.

Ik ben zelf opgegroeid in Joure, in Friesland. Op school, bij voetbal of tennis kwam iedereen elkaar tegen. Dat is steeds minder het geval. Ik maak me zorgen over een samenleving waarin groepen uit elkaar drijven, elkaar niet meer begrijpen maar wel oordelen over elkaar. En over een samenleving waarin de politiek ver afstaat van de mensen.’

Maakt u zicht wel eens zorgen om uzelf als het over dit thema gaat?

‘Ik maak me zorgen over hoe dit in de samenleving tot uiting komt en hoe ik alert kan blijven op mezelf. Ik ben expres gaan wonen in een buurt in Amsterdam met veel diversiteit. Maar ik ben me er wel van bewust dat ik tot de elite behoor vanwege mijn opleiding en functie, en dat deze elite bepaalde denkbeelden heeft. Het is mijn taak als directeur van het  ­. te laten zien hoe het met alle burgers gaat, dus ik moet alert blijven op mijn eigen valkuilen en nieuwsgierig zijn naar anderen, goed blijven luisteren en verbinding blijven zoeken. Maar ik ben ook maar een mens, soms heb ik ook vooroordelen over mensen die anders denken dan ik.’

Er staat nu een psycholoog aan het roer van het SCP. Hoe zullen we dat merken?

‘Het lage vertrouwen in de politiek komt voor een belangrijk deel door een gevoel van onzekerheid, controleverlies en een gebrek aan erkenning en rechtvaardigheid. Vanuit de psychologie weten we veel over de mechanismen daarachter. Daarnaast is de politiek op zoek naar manieren om de verbinding met burgers te herstellen. Klassieke brainstrommethoden uit de psychologie kunnen helpen om verschillende perspectieven te verzamelen en te verbinden om tot oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken te komen.’

U pleit voor een empathische en veerkrachtige overheid. Zitten er ook nadelen aan zo’n overheid?

‘De keerzijde van veerkracht en empathie is dat je geneigd bent overal in mee te gaan en daardoor vaak van koers kunt veranderen. Daarom is het belangrijk dat de overheid niet alleen goed luistert, maar ook een duidelijke visie heeft, op basis daarvan keuzes maakt en die toelicht . Dat is ook empathie. Mensen verwachten van leiders dat ze knopen doorhakken. Je kunt niet iedereen tevredenstellen. Het is met andere woorden belangrijk om te koersen en grenzen aan te geven.’

Bent u zelf eigenlijk een empathische leider?

‘Ik kan zeker heel empathisch zijn, maar ik praat ook graag en heb mijn eigen mening. Dus soms moet ik ervoor waken dat ik tijdens vergaderingen ook even pas op de plaats maak en anderen aan het woord laat.’

NIP jaarcongres
Als directeur van het SCP benadrukt Karen van Oudenhoven-van der Zee dat de empathie en veerkracht van politiek en overheid versterkt moeten worden om met oplossingen te komen voor de hedendaagse vraagstukken zoals het klimaat, asiel en migratie, de kloof tussen burgers en politiek en de zorg. Om bij te dragen aan maatschappelijk veerkracht moet de overheid volgens haar onder meer een heldere visie hebben op waar de samenleving op de lange termijn naar streeft. Een visie die duidelijk maakt wat ze enerzijds verwacht van mensen en anderzijds wat mensen van de overheid kunnen verwachten. Om de relatie tussen burgers en de overheid te verbeteren is het belangrijk dat de overheid nieuwsgierig is naar het dagelijks leven van mensen en hun problemen en laat zien dat zij die problemen oplost. Op het NIP Jaarcongres gaat Karen Van Oudenhoven- van der Zee verder in op het hoe en wat van een empathische en veerkrachtige overheid.

Klik hier voor meer informatie en aanmelden

Bronnen

  1. scp.nl/publicaties/publicaties/2023/03/30/essay-50-jaarsociaal- en-cultureel-planbureau

Foto: ANP / Hollandse Hoogte / Ramon van Flymen