Lees verder
‘Vanaf mijn achttiende heb ik elf jaar lang op professioneel niveau gerugbyd bij de club La Rochelle in Frankrijk. De eerste jaren was ik vooral bezig met het spel en het volgen van mijn droom, we speelden op het hoogste niveau van Europa. Maar op een gegeven moment ontstonden er allerlei vragen bij mij. Waarom had ik zoveel stress voor wedstrijden? Hoe moest ik omgaan met tegenslagen, zoals een knieblessure? Kan ik meer bereiken als ik me ook mentaal ontwikkel?
Anouk Bercht

Mijn club hield zich daar niet mee bezig, maar ik wist wel dat de sportpsychologie bestond. Ik merkte ook dat ik continu bezig was met presteren, en vroeg me af of ik meer plezier en voldoening uit mijn werk zou kunnen halen. Ik raakte er steeds meer van overtuigd dat mentale ontwikkeling mij zou kunnen helpen, het lag alleen niet binnen handbereik.

Ik zocht mijn antwoorden eerst in zelfhulpboeken en in de filosofie en later bij een coach. Maar het was moeilijk een geschikt iemand te vinden, misschien heeft dat ook te maken met dat ik in Frankrijk woonde. Ik merkte dat een coach met wie ik kennismaakte vooral financieel voordeel wilde halen uit het feit dat hij met een professionele topsporter te maken hadden. De tarieven waren hoog en hij wilde direct allerlei samenwerkingen beginnen en die contractueel vastleggen.

Uiteindelijk stuitte ik op een psycholoog die gespecialiseerd was in la psychologie de la motivation. Dat sprak mij aan en zonder precies te weten wat voor werk deze psycholoog deed, ben ik bij hem naar binnen gelopen. Hij bleek psychotherapeut te zijn, dus zodoende ben ik bij hem in psychotherapie gegaan. 

Bij deze psycholoog kon ik pas voor het eerst eerlijk zijn over wat ik allemaal ervaarde op het veld. Dat ik geen fouten durfde te maken. Dat ik bang was het team in de steek te laten. Dat ik altijd perfect wilde presteren. En als ik toch een fout maakte, dacht ik dat mijn carrière voorbij was en dat ik niets waard was. Die angstige houding en gedachten zaten me in de weg. Ik stond het mezelf niet toe nieuwe dingen te proberen, en kon mezelf zo niet ontwikkelen. 

Vrijere speler

De gesprekken hebben me geholpen om vrijer te spelen, om al die kwellingen niet steeds maar weg te stoppen. Het grappige is dat dit mechanisme, altijd het beste willen, me natuurlijk ook naar de top heeft gebracht. En eigenlijk ben ik ook best avontuurlijk. Maar er stond zoveel op het spel. Bovendien sta je in een vol stadium, je wordt door iedereen bekeken en bekritiseerd. Eigenlijk zou iedere topsporter mentale vaardigheden moeten aanleren om daarmee om te leren gaan.

Ik heb nog een voorbeeld van wat ik aan de gesprekken met de psycholoog heb gehad. Ik kreeg namelijk al best wel snel een leidinggevende rol, als captain en vond dat heel spannend. Ik wilde dat mijn teamgenoten vonden dat ik een goede captain was, en zocht naar wat zij van mij verwachtten. Daardoor was ik gespannen en ik vond het bijvoorbeeld moeilijk de groep toe te spreken, beslissingen te nemen, of om kritisch te zijn op teamgenoten. Ik wilde ook bevriend zijn met iedereen en dacht dat dat elkaar in de weg zat.

‘Als teamcaptain vond ik het spannend kritisch op teamgenoten te zijn, ik wilde ze te vriend houden’

Tegelijk voelde ik dat de manier waarop ik leiding gaf niet paste bij het idee wat ik van een captain had. Ik vond ook niet dat ik het goed deed. Door de gesprekken met de psycholoog kreeg ik meer zelfvertrouwen, werd ik een betere leider. Het klikte beter en ik kon meer mezelf zijn. Ik weet nu ook dat je een teamgenoot best kritisch feedback kunt geven zonder dat je iemand persoonlijk aanvalt. Ik kon beter communiceren en kreeg meer zelfvertrouwen in mijn eigen ideeën voor het team en mijn eigen kunnen.

Vorig jaar besloot ik te stoppen met spelen en psychologie te gaan studeren, aan de Open Universiteit hier in Nederland. Dat ik psychologie ging doen, had ik trouwens echt nooit kunnen bedenken een paar jaar terug. Ik was altijd meer geïnteresseerd in de bètavakken, ik heb bovendien civiele techniek gestudeerd in Frankrijk.

Er is sinds dat besluit ontzettend veel veranderd. Ik kwam uit een leven waarin mijn kleren voor me werden gewassen, mijn eten altijd klaar stond. Alles was gepland en georganiseerd zodat ik optimaal kon presteren. Mijn hele sociale leven hing bovendien om rugby heen.

Ik ben blij met mijn besluit. Ik vind de studie heel interessant, ik heb voor het eerst weekend en kan meer tijd met mijn vriendin en zoontje doorbrengen. Met rugbyen ben ik helemaal gestopt, ik ga nu liever surfen voor mijn plezier en om gezond te blijven.

Mijn vriendin studeert ook psychologie, aan dezelfde universiteit, al is ze iets eerder begonnen. Het is fijn af en toe samen te kunnen sparren want de autodidactische methode van de Open Universiteit is soms best pittig. We moet de lesstof vooral zelf uit boeken halen. Het helpt om dan af en toe samen de lesstof te bespreken en het zo beter te begrijpen.

Ik heb erg veel zin om meer de diepte in te gaan en meer over de praktijk te leren. Hoewel ik eerst vooral geïnteresseerd was in de sportpsychologie, is mijn blik nu veel breder. Ik wil vooral graag anderen helpen en daarbij ga ik mezelf niet beperken tot sporters.’

Beeld: 500watt