Lees verder
Marianne Simons is onderzoeker bij de vakgroep levenslooppsychologie van de Open Universiteit. Ook is ze lid van de redactieraad van De Psycholoog.
Geertje Kindermans

Na mijn studie communicatiewetenschap promoveerde ik bij die faculteit op de sociale effecten van digitalisering in organisaties en kreeg ik een leuke onderzoekbaan bij de Risbo, een onderzoeksinstituut verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Mijn man werkte bij een verzekeraar, aanvankelijk in Utrecht, maar na verloop van tijd in Brussel. We hadden drie kleine kinderen. Hoewel ik mijn werk erg leuk vond, vond ik mijn gezin nog leuker. Maar vooral vond ik het ongezellig dat we zo weinig bij elkaar waren. En gezelligheid vind ik belangrijk. Daarom stopte ik met mijn baan, verhuisden we naar België en werd ik fulltime moeder.

Mijn omgeving reageerde geschokt. Mijn toch wat feministische moeder riep uit: “Waarom zeg jij je baan op na alles wat je hebt bereikt?” En vriendinnen vroegen: “Waarom breng jij dit offer? Welk offer brengt hij eigenlijk?” Ik dacht helemaal niet in die termen, voor mij voelde de keuze goed.

In Brussel kregen we een vierde kindje. In totaal hebben we in drie landen gewoond, ik ben tien jaar uit de running geweest.

Na vier jaar Brussel verhuisden we naar Maleisië. Een groot avontuur, maar ook een enorme overgang. Het was het hele jaar door 35 graden. We woonden in een stukje jungle aan de rand van de stad. Een prachtige plek. De buurvrouw kwam al snel langs om te vertellen dat je je schoenen niet buiten moest zetten, want daar kropen dan schorpioenen in. Ik moest ook de kinderen niet in de tuin laten spelen, omdat ze slangen tegen konden komen. Zo had ze een heel lijstje vreselijke dingen. We konden er allemaal uiteindelijk wel mee omgaan.

Maar waar ik echt niet aan kon wennen, was het personeel om me heen. We hadden dagelijks een tuinman, een guard, een chauffeur en een hulp die bij ons inwoonde. Ik vond vooral de statusverschillen lastig. Ik durfde niet op de bank te gaan zitten, terwijl iemand mijn wc aan het schrobben was. Op een gegeven moment ben ik zelf de kinderen van en naar school gaan brengen. Dat had ik de chauffeur kunnen laten doen, maar de auto was de enige plek waar ik even alleen kon zijn. Los daarvan vond ik Maleisië ook een waardevolle ervaring, het was bijzonder en heel gezellig door alle contacten binnen de internationale gemeenschap daar.

Dat mensen mijn keuze raar vonden, bleef spelen. We waren een keer over vanuit Maleisië om in Nederland met vrienden kerst te vieren. Daar zaten allemaal hoogopgeleide mensen met belangrijke banen aan tafel en opeens vroeg iemand: “Maar wat doe jij eigenlijk de hele dag?” Ik had op dat moment geen zin om alles uit te leggen. Om ervan af te zijn, riep ik: “Nou niks! Ik hoef niks te doen. Iedereen doet alles voor mij!”

Na Maleisië verhuisden we naar Engeland, waar ik weer echt deel uitmaakte van de maatschappij. Pas toen besefte ik dat ik dat in Maleisië had gemist, dat ik er daar echt buiten stond.

De auto was de enige plek waar ik even alleen kon zijn

Geen stress

Al die tijd in het buitenland heb ik voor de kinderen gezorgd. Dat was fijn, er was geen stress en als er een kindje ziek was, hoefde we niets te regelen, want ik was er gewoon. Daarnaast ging ik aan de Open Universiteit (ou) psychologie studeren. Ik had behoefte aan zoiets en psychologie vond ik geweldig interessant. In Brussel begon ik met mijn bachelor, in Maleisië maakte ik die af. In Engeland heb ik de Master gedaan.

Daarna ben ik bij de vakgroep levenslooppsychologie aan de ou gaan werken. Eerst kon ik iemand tijdens haar zwangerschapsverlof vervangen, daarna kon ik langer blijven en uiteindelijk kreeg ik er een vaste baan als universitair docent. Dat het lukte om weer in te stromen als onderzoeker en docent heeft misschien ook te maken met het vakgebied van de levenslooppsychologie en onze hoogleraar Nele Jacobs, die practices what she preaches. Zij nam me aan, hoewel ik niet het geijkte carrièrepad had bewandeld.

Ik was heel blij om weer aan het werk te gaan. Want hoewel ik volledig achter mijn beslissing stond om fulltime moeder te worden, begon er wel iets te knagen. Ik heb drie dochters en dacht onwillekeurig: wat ben ik voor een voorbeeld voor hen? Bovendien, in de academische wereld is het een raar pad dat ik heb bewandeld. Het is lastig om terug te komen in de wetenschap als je tien jaar lang niets gepubliceerd hebt. Ik was er niet echt bang voor dat het me niet zou lukken, maar zeker weet je het nooit.

Moederschap

Ik heb vol overtuiging gekozen voor het moederschap, maar als mensen ernaar vroegen, kon ik het toch niet goed uitleggen. Pas nu ik me in levenslooppsychologie heb verdiept, kan ik onderbouwd uitleggen waarom het wel degelijk een goed idee was wat ik heb gedaan. Ik koos voor wat goed voor mij was op dat moment, ik was trouw aan mijn eigen waarden en heb me niet laten afleiden door ruis om me heen. Bovendien ben ik ervan overtuigd dat ik me in de tien jaar die ik niet gewerkt heb wel heb doorontwikkeld, dat ik in die tijd veel van de talenten heb benut die ik in me heb en die ik anders niet zou hebben aangesproken.

Tot slot is het de overtuiging binnen onze vakgroep dat de maatschappij diversiteit in mensen nodig heeft, daar kan de maatschappij voordeel uit halen, we worden er met zijn allen robuuster van. We zouden diversiteit meer moeten waarderen.

Wat ik tegen mijn dochters zou zeggen, als ze afgestudeerd, gepromoveerd, hun baan zouden opzeggen om hun man achterna te reizen? Ehm… tja… als ik eerlijk ben zou ik dat toch lastig vinden. Maar ik zou niets tegen proberen te houden. Want ik blijf erbij: voor mijzelf was het een goede keuze.’

Foto: Stijn Rademaker