Log in
Het simuleren van verdrinking, eenzame opsluiting, slaapdeprivatie, het opbergen van een gevangene in een houten kist, waar vervolgens een bewaker op gaat zitten – het zijn slechts enkele van de methoden die de Verenigde Staten gebruiken om de gevangenen in Guantanamo Bay te breken. In 2003 werd bekend dat daarbij ook psychologen worden ingezet, om ‘de geestelijke gezondheid van de gevangenen te bewaken’, maar ook om de doeltreffendheid van deze methoden te verfijnen. Dat leverde een storm van verontwaardiging op binnen de Amerikaanse beroepsvereniging, de American Psychological Associaton (APA). Dergelijke praktijken druisen in tegen de ethische code en de APA moet zich daar ondubbelzinnig tegen uitspreken, zo klonk het alom in de VS. Maar die ondubbelzinnige verklaring over de ondervragingstechnieken bleef uit tot 2007. Waarom duurde dat zo lang?
Jeroen van Goor

‘Het is een van de meest complexe controversen waar we binnen de APA ooit mee te maken hebben gehad,’ verzucht Stephen Behnke, directeur van het Ethiekbureau van de APA, tijdens de workshop ‘De sociale verantwoordelijkheid van psychologen’. Hij benadrukt dat de APA martelen altijd heeft veroordeeld en onder alle omstandigheden als onethisch bestempelt, maar moet toegeven dat de vereniging achter de feiten aanliep inzake de betrokkenheid van psychologen bij de Guantanamo-ondervragingen. De crux zat ’m vooral in hoe je formuleert waar ondervragen ophoudt en waar martelen begint, maar ook wie dat formuleert en waarom.

‘De Verenigde Staten leefden in de nasleep van de aanslagen op het WTC,’ vertelt Behnke. Iedereen was gespannen en verwachtte een nieuwe aanval. ‘De regering-Bush had het gevoel dat er niet genoeg informatie binnenkwam en besloot de mouwen op te stropen in de ondervragingskamer. Nu is het zo dat de VS een federaal statuut hebben dat martelen verbiedt. In dat statuut staat de volgende passage: “Om