Lees verder
In de Rijks Justitiële Jeugdinrichting (RJJI) zitten jongeren die een delict hebben gepleegd of hiervan worden verdacht. Dat kan gaan om preventieve hechtenis, wanneer de rechtszaak nog moet plaatsvinden, maar ook wanneer er al wel een uitspraak is geweest. Jongeren met jeugddetentie of met een PIJ-maatregel verblijven dan ook in de RJJI. Een PIJ-maatregel staat ook wel bekend als jeugd-tbs, wat inhoudt dat er gedurende de detentie er een intensieve begeleiding en behandeling plaatsvindt. Noor en Rian werken bij RJJI De Hunnerberg in Nijmegen. Zij zien dagelijks complex gedrag bij deze jongeren, die in de meeste gevallen al een lange voorgeschiedenis aan problemen hebben

De inhoud van deze pagina is afkomstig van derden en valt niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie van De Psycholoog.

Regievoering op de aanpak

Rian en Noor

Noor: “Als gedragsdeskundige werk ik grotendeels als behandelcoördinator en voor een deel als therapeut. Vanuit mijn rol als behandelcoördinator heb ik de behandelregie over een aantal jongeren. Vanuit het dossier, intake en de eerste behandelplanbespreking, stel ik een behandelplan op om met verschillende disciplines de risico’s te verminderen. Dit doe ik in samenwerking met collega’s, waaronder de pedagogisch medewerkers, het onderwijs, de psychiater en individueel trajectbegeleider. Met hen evalueer ik de voortgang en stel ik het plan bij waar nodig. Daarnaast heb ik dus nog een andere rol, namelijk die van therapeut. Ik geef verschillende vormen van behandeling, zoals cognitieve gedragstherapie en traumabehandeling. Ook voer ik delictanalyses als onderdeel van de proces- diagnostiek. Zo proberen we te achterhalen wat ertoe heeft bijgedragen dat een jongere een delict pleegt. En wat voor een behandeling hij/zij nodig heeft om het recidiverisico te verminderen.”

Rian: “In principe is mijn werk vergelijkbaar met dat van Noor, met het verschil dat ik op de laagbeveiligde unit werk. Hier tref je jongeren die vaak zelf een sterkere motivatie hebben om hun leven te veranderen. En daarbij kunnen we dus inzetten op minder beveiliging.”

Noor: “Vanuit mijn rol als behandelcoördinator ben ik werkzaam op een kortverbijf meisjesafdeling. De meisjes verblijven hier maximaal drie maanden voor preventieve hechtenis of een korte jeugddetentie. Een groot deel van hen wordt al eerder geschorst en een klein deel stroomt door naar een langverblijf afdeling, bijvoorbeeld wanneer er een PIJ-maatregel is opgelegd.”

De juiste behandeling vanaf het moment van binnenkomst

Rian: “De jongeren die bij ons binnenkomen hebben vaak al een historie met complexe problemen. Vanuit instanties zoals de Raad voor de Kinderbescherming is er meestal al meer informatie over iemand bekend. Dat is erg nuttig voor ons als behandelaars, omdat we dit als basis kunnen nemen voor onze behandel aanpak.”

Noor: “Het is belangrijk dat we vanaf het eerste moment de juiste aanpak hanteren. Ons instroomprogramma bestaat uit verschillende fases. Het instroomprogramma heeft als doel gefaseerd instromen, zodat de jongeren kunnen wennen aan de omgeving, structuur, afspraken en regels. Op die manier kunnen ze stabiliseren. Ons doel is het ontwikkelen van basisvaardigheden, zodat gezien wordt wie de jongere is en wat hij/zij nodig heeft in de behandeling.

Hoe we het behandeltraject verder inrichten, verschilt per individu. Bij aanvang vindt er een intakegesprek plaats en wordt er een screeningsvragenlijst afgenomen. Op basis daarvan wordt er een inschatting gemaakt of dat er acute zorgen zijn – zoals suïcidaliteit-, of dat een jongere op een reguliere wijze kan instromen. Na drie weken volgt er een behandelplanbespreking. Vervolgens is het maatwerk hoe we de begeleiding afstemmen op hetgeen deze jongere nodig heeft.”

Werken met de forensische doelgroep is een bewuste keuze

Noor: “Ik werk graag met de forensische doelgroep, omdat je als gedragsdeskundige nauw betrokken bent in het hele traject. Jongeren zijn nog in ontwikkeling en daardoor over het algemeen nog stuurbaar. Dat is een groot voordeel van deze doelgroep.”

Rian: ”De wisselende casuïstiek vind ik erg uitdagend, want die verschilt per individu. Waar de ene jongere worstelt met suïcidale gedachtes, heeft de ander bijvoorbeeld agressieproblemen. Weer iemand anders is heel erg in zichzelf gekeerd en daardoor moeilijk om mee in contact te komen. Als je het over afwisselend en inhoudelijk werk hebt, is dit het wel. We werken in relatief kleine groepen, van 8 tot 10 jongeren. Daardoor sta je dichter op je jongeren.”

Rian: “Juist de afwisseling door de verschillende en complexe casuïstiek vind ik heel interessant. Dat, en de dagelijkse dynamiek die er is bij ons op locatie. Je weet nooit wat een dag brengt en wat er gaat gebeuren. We werken in een soort afgeschermde wereld, met eigen regels en manier van omgaan. Daar kunnen mensen die hier nog nooit zijn geweest zich waarschijnlijk niets bij voorstellen. Dat maakt dat je als team naar elkaar toe groeit.”

Elke kleine stap is een grote overwinning

Rian: “We steken veel energie in de jongeren en weten dat grote sprongen vooruit maken vaak niet realistisch is. Daarom zien we iedere kleine vooruit[1]gang als een grote overwinning. Stap voor stap toewerken naar het volgende punt, ook al gaat dat om iets heel kleins. Onlangs sprak één van de jongeren zich uit tegen een familielid over een gemiste afspraak die belangrijk voor hem was. Hij gaf aan wat dat met hem deed. Dat vond ik zo knap, omdat dit in een eerdere fase van de behandeling vrijwel ondenkbaar was.”

Samenwerken en casuïstiek bespreken

Noor: “We leren van elkaar. Via intervisie en psychomedisch overleg bespreken we waar we tegenaan lopen en de casuïstiek waarmee we te maken hebben. Het is in mijn ogen ook noodzakelijk om elkaar op deze manier scherp te houden en te steunen. Het is geen zwart-wit-beroep, de casuïstiek is altijd complex en daardoor het inzetten van de juiste behandeling ook. Bovendien maak je verantwoordelijke beslissingen die gaan over de veiligheid van de jongeren en van anderen. Denk bijvoorbeeld aan stappen maken in het verlof. Dan is het fijn dat er collega’s zijn die kritisch meedenken. Door de samenwerking met verschillende collega’s, met voogden en de reclassering trachten we om de jongeren op verschillende aandachtsgebieden te stimuleren verder te komen. Nadenken over de juiste aanpak, daar heb je elkaar gewoon voor nodig.”

Een warm huis vol ontwikkelingsmogelijkheden

Rian: ”Naast het gegeven dat dit een prettige werkplek is, is het ook fijn dat we ons als professionals verder kunnen ontwikkelen. Die mogelijkheden zijn er volop. Variërend van een opleiding volgen tot klinisch of GZ-psycholoog, tot en met studiedagen. Je kan bijvoorbeeld ook kiezen om een specifieke therapeutische richting op te gaan, zoals schematherapeut. In de meeste gevallen kan dat onder werktijd en worden de kosten volledig vergoed door de werkgever. In ons vak is het noodzakelijk om bij te blijven. Alleen dan kunnen we de zorg blijven bieden die nodig is. Het houdt je scherp.”

Noor: “Toen ik startte dacht ik dat het een harde wereld was, maar dat is echt anders. Het is laagdrempelig en het contact met de collega’s erg prettig, zowel professioneel als informeel. Ik kan echt bouwen op de collega’s hier.”

Nieuwsgierig naar het werk, de werksfeer, uitdagingen en carrièremogelijkheden als GZ-psycholoog bij de RJJI?

Voor een informeel gesprek, zowel digitaal als face-to-face, ben je van harte welkom! Hiervoor kun je contact opnemen met onze recruiter Robin van Dam, telefonisch op 06-25319921 of per e-mail robin.van.dam@dji.minjus.nl Liever eerst nog wat meer informatie of direct naar de vacatures? Neem dan een kijkje op werkenbijdji.nl/gz-psycholoog We kijken ernaar uit om van je te horen!
2024-jaarcongres-dji