Log in
Soms wens ik dat De Psycholoog een weekblad is. Vorig jaar oktober schreven Lolotte Schimmel en Peter van Koppen een pittig onderzoeksartikel over het testgebruik en de kwaliteit daarvan in de forensische psychologie.
Vittorio Busato

In iets meer dan de helft van de gevallen, zo concludeerden zij, wordt een test gebruikt die als onvoldoende is beoordeeld door de Commissie Testaangelegenheden Nederland (COTAN) – de waakhond die toeziet op onder meer de betrouwbaarheid en validiteit van het weinige gereedschap dat psychologen concreet in handen hebben. ‘Het betekent in het beste geval dat de resultaten van ongeveer de helft van de testafnames weinig zeggend zijn, en in het slechtste geval dat de resultaten van ongeveer de helft van de testafnames misleidend zijn,’ schreven Schimmel en Van Koppen. ‘Dat vormt een slechte basis voor rapportages over verdachten aan de rechter.’

Fundamentele kritiek. Het artikel bleef dan ook niet onopgemerkt bij het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP). In de Forumrubriek gaan vier medewerkers van dat instituut de discussie aan met Schimmel en Van Koppen, onder meer over de vraag of het verantwoord is dat verdachten ook thuis, dus zonder toezicht van een forensisch psycholoog, tests mogen invullen.