Log in
Patiënten met psychische problemen moeten indien mogelijk in de eerstelijnszorg behandeld worden in plaats van in de gespecialiseerde zorg, zo vindt de Nederlandse overheid. Want: toegankelijk voor patiënten, minder stigma, en relatief goedkoop. Uit onderzoek van het Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL) blijkt dat de zorgverleners in huisartsenpraktijken de laatste jaren inderdaad steeds meer zorg leveren aan patiënten met psychische problemen. Tessa Magnée en collega’s gaan in op wat deze ontwikkeling betekent voor  psychologen.
Derek de Beurs, Francois Schellevis, Peter Verhaak, Tessa Magnée

Versterking huisartsenzorg voor psychische klachten

Om de geestelijke gezondheidszorg betaalbaar te houden, stimuleert de overheid al sinds het begin van deze eeuw de behandeling van patiënten met psychische problemen in de eerstelijn, in de verwachting dat het aantal patiënten dat gespecialiseerde zorg krijgt hierdoor afneemt (Meijer & Verhaak, 2004; Trimbos-instituut, 2014). Sinds 2008 kunnen patiënten met psychische klachten in de eerstelijnszorg kortdurend behandeld worden door een gz-psycholoog (Verhaak et al., 2013), die vaak werkzaam is in een gezondheidscentrum (Hansen et al., 2010).

In 2014 werd de ggz hervormd: de basis-ggz werd ingevoerd. Een belangrijk onderdeel van de basis-ggz was een nieuw verwijsmodel voor patiënten met psychische problemen (Bakker & Jansen, 2013; zie figuur 11). Volgens de regels van het verwijsmodel mogen huisartsen alleen nog patiënten met een psychiatrische stoornis volgens DSM-criteria (APA, 2000) verwijzen. Alle andere patiënten met psychische problemen zouden binnen de huisartsenpraktijk behandeld moeten worden. Patiënten met een stoornis en relatief eenvoudige problematiek