Log in
Overmatig huilende baby’s kunnen ouders tot wanhoop drijven. Ze voelen zich machteloos, kampen met schuldvragen en de relatie met de baby staat onder druk. Zes tot tien procent van deze ouders ’schudt’ op een bepaald moment de baby, wat kan leiden tot het gevaarlijke ‘Shaken baby syndroom’. Sinds 2005 proberen zorgverleners op één lijn te komen in de adviezen en ondersteuning aan deze wanhopige ouders. Sinds 2012 ligt er een richtlijn – maar de invoering stokt.
Rachel Verweij

De eerste conceptrichtlijn ‘Excessief huilen’ (2007) was bedoeld voor de jeugdgezondheidszorg (jgz):
een monodisciplinaire richtlijn. De richtlijn riep op tot regelmaat, voorspelbaarheid en prikkelreductie
in de opvoeding; in bepaalde gevallen kon dit aangevuld worden met het inbakeren van de baby. Deze richtlijn werd al in de concept-fase breed ingevoerd in de jgz en dat leidde tot veel maatschappelijke commotie. Met name het advies om de baby alleen te slapen te leggen en niet naar hem toe te gaan als hij huilde, en daarbij de kookwekker op dertig minuten te zetten, riep veel kritische reacties op.

Daarnaast was er kritiek op de geringe aandacht voor communicatie met en begeleiding van ouders, voor samenwerking met ketenpartners, en op het feit dat er geen aandacht was voor andere interventies. Dit was aanleiding voor de betrokken beroepsgroepen een nieuwe, multidisciplinaire richtlijn te schrijven. Verloskundigen, psychologen en jeugd- en kinderartsen gingen samen aan de slag.

Ter gelegenheid van het tweejarig bestaan van de nieuwe richtlijn organiseerde