Lees verder
De ggz kampt met personeelsgebrek en hoge kosten. Digitale innovaties worden in onze snel veranderende wereld gezien als een oplossing die kan leiden tot verlaging van werkdruk en kosten.
Mila Remijsen

Sinds een jaar behandel ik binnen de specialistische ggz online via beeldbellen, vaak gecombineerd met online modules. Hierbij werk ik samen met ggz-teams die de patiënt face to face (kunnen) zien. Verschillende ggz-instellingen hebben ondertussen zo’n blended behandellijn. Technologische vernieuwing an sich creëert geen problemen. Wel komt de binnenwereld van de patiënt binnen de gedeelde ruimte die bij het beeldbellen ontstaat op een andere manier naar voren. Het reflecteren op de gevolgen van deze aanpassing behoort tot de taken van een hulpverlener die gebruik maakt van beeldbellen.

Bij de start van een behandeltraject creëren de patiënt en therapeut samen een behandelkader. Ze maken afspraken over onder meer de frequentie van de sessies, de duur ervan, de behandelmethode en de rol van de therapeut. Het behandelkader heeft een begrenzende functie en zorgt voor veiligheid, zowel voor patiënt als therapeut. Het medium beeldbellen beïnvloedt het behandelkader. Non-verbale informatie heeft invloed op mijn interventies. Via het scherm is deze van benen, voeten, romp, geur, lichaamsbouw en conditie niet of beperkt beschikbaar. De valkuil is dat behandelingen een rationeel, coachende saus krijgen doordat de nadruk komt te liggen op verbale communicatie. Dit probeer ik te ondervangen door patiënten te bevragen over hun lichamelijke sensaties.

Beeldbellen heeft soms een negatieve invloed op de kwaliteit van een behandeling. Ik vind dit medium bijvoorbeeld niet geschikt voor crisisgevoelige patiënten en voor patiënten die ernstige problemen hebben met het vermogen innerlijk een stabiel beeld van de ander vast te houden. De afweging of behandelen via beeldbellen raadzaam is bij een specifieke casus, dient mee te worden genomen bij de indicatiestelling. Duidelijke richtlijnen ontbreken vooralsnog op dit gebied.

Ten slotte krijgt de patiënt er een aantal verantwoordelijkheden bij, onder meer een passende behandelruimte en een goede internetverbinding. Bij mensen met psychosociale problematiek of met een gezin met jonge kinderen is een geschikte behandelruimte organiseren vaak geen vanzelfsprekendheid. Ter illustratie het volgende praktijkvoorbeeld:

Ina is een jonge alleenstaande moeder die bij een kennis inwoont. Er is sprake van psychosociale problematiek. Omdat ze bij haar kennis geen rustige ruimte heeft waar ze kan beeldbellen, kiest ze als ruimte haar auto. Zichtbaar voor haar buren en onbekenden, wil ze met mij in gesprek over ingrijpende ervaringen. Wanneer ik benoem dat de locatie die ze heeft uitgezocht weinig privacy geeft en mogelijk ook het effect heeft dat ze haar gevoelens niet vrij kan uiten, reageert ze verbaasd. Het gebrek aan zelfzorg, grenzen en psychosociale problemen komen door haar keuze in beeld. Door te praten over de feitelijke ruimte waar ze zit en aan te geven dat ik op deze manier geen behandelgesprekken wil voeren, komt de beschermende functie van het behandelkader aan bod.

Naast praktische voordelen kent behandelen via beeldbellen ook specifieke valkuilen. Daarom is het voor een zinvolle discussie van belang dat van deze groeiende tak binnen de ggz beide kanten worden belicht.