Lees verder
Daar kwam ik aan, nog in de jaren tachtig, voor mijn eerste college psychologie aan de universiteit. Gekleed in een door mijn moeder gebreide felgele trui met zwarte strepen en een net zelf gekochte paarse broek. Gelukkig viel ik met mijn lengte van 1.97 meter verder niet op... Gedreven door de nodige problemen om me heen – van verslaving tot depressies – was ik klaar om de mens en haar gedrag te doorgronden. Het inleidende boek in de psychologie en dat in de biologische psychologie vond ik fantastisch. Dit was nog maar het begin en ik stuitte al op zoveel nieuwe theorieën. Wauw! Maar tot mijn verbazing werden de theorieën helemaal niet zoveel duidelijker in de jaren daarna. Er zijn mooie theorieën waarvan ik bijvoorbeeld de cognitieve dissonantietheorie nog steeds een van de toppers vind. Maar hoe kunnen de hersenen zonder dat we het doorhebben naderhand een eenmaal gemaakte keuze rechtvaardigen door het niet-gekozen item slechter te waarderen? Ook bij de theorieën over verslaving of over depressies bleef het klinische beeld mij onduidelijk, laat staan hoe dan de beste behandeling bepaald kon worden.
Harold Bekkering

Ik begreep toen: de psychologie heeft vooral behoefte aan wetenschap. Hoe neemt de mens waar en hoe selecteren we op grond hiervan een passende handeling? Hoe leren we van elkaar? Dat werden onderzoeksvragen waarmee ik me in de decennia erna ging bezighouden. Samen met vele jonge talenten wisten we door gedrag en hersenmetingen interessante kennis te ontwikkelen. Als je een fout bij een ander waarneemt, wordt ook jouw oeps-foutengebied actief. Je kunt zelfs leren van andermans fouten, concludeerden we. Fantastisch, weer een toppublicatie! Maar hoe helpt dit om een depressie beter te begrijpen?

De laatste jaren ligt mijn interesse vooral bij de persoonsontwikkeling in de onderwijscontext. Hoe kunnen we onderwijsprogramma’s zodanig ontwikkelen dat leerlingen nieuwsgierig blijven? Hoe stimuleren we autonomie en creativiteit? Hoe kunnen we studenten van en over elkaar laten leren? Schuilt er dan toch een echte psycholoog in me?

De komende weken mag ik veel lezingen geven aan gemotiveerde docenten, onderwijsdirecteuren, maar ook aan managers in het bedrijfsleven. Hoe krijg ik mijn leerlingen of medewerkers gemotiveerd? Hoe creëer ik een onderzoekende houding? Wat is goed leiderschap? Hoe leert de mens? Mooie vragen en natuurlijk heb ik op grond van de wetenschap alle antwoorden, toch? Natuurlijk niet. De wetenschap heeft nog wel even nodig om heldere inzichten te verschaffen. Ik stel vooral vragen tijdens deze sessies en dan blijken managers verassend weinig nagedacht te hebben over zaken als stress, motivatie en verbondenheid binnen een bedrijf. Wetenschap heeft me geleerd vragen scherp te stellen en ik stel ze graag over die zaken die er ooit toe leidden dat ik begon aan een studie psychologie: de drijfveren van menselijk gedrag.

Dit is mijn laatste column. Ik heb hopelijk enkele lezers kunnen inspireren met mijn kronkels. Maar voor ik vertrek wil ik de lezers uitnodigen ons allemaal te inspireren hoe de psychologie eruit gaat zien. Daarom schrijven we een essayprijsvraag uit. Kijk op pagina 52 voor meer details. Jullie hebben dit jaar mij kunnen lezen, nu zijn jullie aan de beurt. Het gaat jullie goed!