Het beteugelen van je korte termijnimpulsen en streven naar lange termijndoelen is een belangrijk onderdeel van ons socialisatieproces en kenmerkt wie we zijn, en wie we willen zijn. Lange termijndoelen motiveren ons en leiden er vaak toe dat we het beste uit onszelf halen. Ook op moreel gebied. Enige vorm van zelfcontrole is vaak nodig om onze eerste impulsen te onderdrukken en datgene te gaan doen wat goed is voor de gemeenschap waarin we leven.
Maar oh wee, als die lange termijndoelen dreigen te worden geblokkeerd. Dan komt onze egoïstische kern tevoorschijn. We willen bijvoorbeeld graag in een rechtvaardige wereld leven waarin goede mensen goede zaken meemaken, en alleen slechte mensen slechte dingen overkomen. Maar zo werkt het niet altijd… Als anderen bijvoorbeeld onschuldig slachtoffer worden van vreselijke gebeurtenissen zoals aanranding of verkrachting, en de dader kan niet worden gepakt, dan hebben we vaak de neiging om de schuld in ieder geval gedeeltelijk bij het slachtoffer te zoeken: ‘Waarom rijd je dan ook ’s avonds laat door het park?’ Of: ‘Had je maar geen kort rokje moeten aan doen!’
Victim blaming is helaas soms moeilijk op te lossen, onder meer omdat het geworteld is in het goede na te willen streven (een rechtvaardige wereld op de lange termijn). En als we veel zaken aan ons hoofd hebben (we moeten bijvoorbeeld veel dingen onthouden), dan letten we minder op anderen en komt onze primitieve kern meer naar voren. We reageren dan harder naar anderen, en letten er sterk op dat wij er goed van afkomen in de situatie waarin we ons bevinden.
De meeste mensen deugen? Nou, op zich waarschijnlijk wel, al is het om andere redenen dan auteur Rutger Bregman stelt, en ook moeten we onze ogen niet sluiten voor de soms vreselijke dingen die mensen elkaar aan kunnen doen. Ervin Staub overleefde de Holocaust en bestudeerde als sociaal psycholoog de kern van het menselijke kwaad. Hij keek de duivel daarmee recht in z’n bek. Tegelijkertijd zette hij zich in om mensen in conflictsituaties vreedzaam met elkaar te laten gaan samenwerken. Dit werkte bijvoorbeeld goed met het conflict tussen Hutu’s en Tutsi’s in Rwanda.
In het komende jaar zal ik in mijn maandelijkse columns ingaan waarom dit goed kan werken. Daarmee krijgen we hopelijk wat nader inzicht in waarom we soms als een gevaarlijke krokodil om ons heen bijten, maar ook vaak proberen om (met de nodige inspanning) als een vredige Gandhi te handelen.
Foto: Stijn Rademaker