Lees verder
Ik hou van feestjes. Vooral festivals maken me heel gelukkig en dan helemaal als er snoeiharde techno wordt gedraaid. Ik dans uitbundig, wapperende haren, zwaaiende armen, ogen dicht als de muziek me echt raakt, en er zit vrijwel continu een grote glimlach op mijn gezicht geplakt. Het ziet er kennelijk dusdanig vrolijk uit dat medefestivalgangers me geregeld vragen of ik ook in zo’n fijne trip zit, en of ik wat van dat geestverruimende spul voor ze heb.
Angélique Cramer

Mijn vrolijke gedans trekt mannen aan. En nou ben ik niet de lelijkste van het stel, dat speelt vast ook een rol. Meestal vind ik het allemaal wel gezellig: ik word regelmatig getrakteerd op briljant slechte openingszinnen – ‘Zo schoonheid, uit welke dierentuin ben jij ontsnapt?’, toen ik eens een jurk met panterprint droeg – en soms ook op een verrassend leuk gesprek. Maar recent was het anders, toen ging iemand over mijn grenzen heen. Wat er precies gebeurde, doet er niet toe, maar laten we het erop houden dat het niet prettig was en dat iemand anders eraan te pas moest komen om de ‘nee’-boodschap aan de man te brengen.

Als ik een tijger in mijn achtertuin tegenkom, ren ik heel hard weg, dat weet ik vrij zeker. Ik dacht ook vrij zeker te weten dat ik in het geval van ongewenste intimiteit ofwel uit de situatie weg zou lopen, of zou ‘vechten’ door de persoon in kwestie verbaal dan wel met een (zacht) duwtje duidelijk te maken dat ik niet gediend was van zijn gedrag. Maar dat was niet wat er gebeurde. Mijn reactie was er eentje van het kaliberfreeze: ik stond als aan de grond genageld. Waarom deed ik niet meer?

Mijn schrijfstijl werd ooit door mijn promotor getypeerd als ‘de Hamer van Cramer’. Waar was mijn hamer toen een man over mijn grenzen ging? Als ik in een artikel de confrontatie aanga, ben ik niet bang voor de consequenties. Een paar wetenschappelijke collega’s vinden me wellicht niet zo aardig omdat ik hun ideeën bekritiseer: van dat soort consequenties lig ik doorgaans niet wakker. Maar dat blijkt anders in het geval van ongewenste intimiteit: ik ben bang. Bang dat ik me aanstel, bang voor een confrontatie, bang dat ik het met een scherpe reactie alleen maar erger maak.

En zo confronteerde deze onaangename situatie mij met iets dat ik lang niet heb willen zien: MeToo. Ik ook. Zeker omdat dit niet de eerste keer was. Ik heb in het verleden het nodige meegemaakt, maar deze situaties gearchiveerd als ‘dat was even vervelend’ of ‘was niet OK maar ik heb het mogelijk ook wel een beetje uitgelokt door vriendelijk te zijn’. En ook in die situaties bevroor ik.

Wat gaat voortaan mijn reactie zijn? Ik zou graag zeggen dat ik vanaf nu mijn hamer klaar heb, maar ik vrees dat ik nog wel even moet oefenen. Wat ik het liefste wil? Dat ik sowieso geen hamer nodig heb omdat mannen uit zichzelf begrijpen dat een blije, dansende vrouw dat niet doet omdat ze zo graag aangeraakt wil worden.

 

Fotografie: Stijn Rademaker