Lees verder
De wetenschap moet kennis genereren die bruikbaar is voor de praktijk. Dat vinden de belastingbetalers, dat vinden veel wetenschappers, en dat is ook de insteek voor de nieuwe Wetenschapsagenda. De vraag is alleen hoe je dat voor elkaar krijgt. In de praktijk.
Naomi Ellemers

Veel onderzoekers weten dat niets zo praktisch is als een goede theorie. Die helpt de juiste vragen te stellen, gerichte metingen te doen, en toevallige observaties te scheiden van betekenisvolle bevindingen. Om tot een bruikbare theorie te komen heb je wel geduld nodig. En het kost veel werk. Je moet niet alleen lezen, nadenken, of een goed idee hebben, maar ook experimenteren, bijstellen, toetsen, en valideren. In de praktijk. Niet alle stappen in dat proces leveren onmiddellijk bruikbare kennis op. Maar ze zijn wel nodig om daar op uit te komen.

Veel bedrijven en instanties hebben daar geen geduld voor. Ze willen graag aan de slag, en liefst meteen. Dus volgen ze hun gezonde verstand, zoeken ‘vijf stappen naar succes’ in het zoveelste managementboek, of doen iets waar ze enthousiaste verhalen over hebben gehoord. Ook als dat eigenlijk een oplossing was voor een heel ander probleem dan waarmee ze zelf zitten. Want om chemisch procestechnoloog te worden, accountant of jurist, heb je een opleiding nodig, en als je die niet hebt huur je een specialist in. Maar hoe mensen werken kan iedereen zelf wel bedenken, zo wordt vaak gedacht.

Dat gaat soms goed, maar lang niet altijd. Dat bleek bijvoorbeeld uit onderzoek naar de Halt-straf*. Deze wordt sinds 2006 gebruikt om jongeren, die onder invloed van alcohol een delict hebben gepleegd, weer op het rechte pad te krijgen. Kosten noch moeite worden gespaard. De jongeren krijgen een cursus om hun kennis van de schadelijke effecten van alcohol te vergroten, ze leren omgaan met groepsdruk en ook ouders worden bij het proces betrokken. Wat bleek? Alle tijd geld en moeite die in dit programma was geïnvesteerd, had geen enkel effect. Geen van de gestelde doelen werd bereikt. De jongeren die dit programma hadden gevolgd, bleken na afloop zelfs meer te zijn gaan drinken dan jongeren die ook door alcohol in de problemen waren gekomen maar de cursus niet hadden gedaan.

Er zijn veel meer voorbeelden te vinden van goedbedoelde maatregelen, die feitelijk niet effectief of zelfs contraproductief bleken te zijn. Maar die effecten worden lang niet altijd onderzocht, of het gebeurt veel te laat, zoals bij Halt. Hoe komt dat? De onderzoekers willen wel. Zij zijn benieuwd of de kennis die ze hebben op grond van theorie en experimenten ook echt werkt in de praktijk. Maar ze krijgen niet gemakkelijk toegang tot de bedrijven en organisaties waar ze onderzoek willen doen. Die vinden dat al gauw overbodig, lastig of eng. Maar ze vragen wel om wetenschap waar ze iets aan hebben. Dat lukt alleen als bedrijven zich openstellen voor wetenschappelijk onderzoek. Zonder pottenkijkers geen bruikbare kennis.

* Kuppens, J. & Ferwerda, H. (2014). Doordringen of doordrinken: Effect-evaluatie Halt-straf alcohol. WODC Ministerie van Veiligheid en Justitie.

 

Fotografie: Herman Wouters