Macht speelt een grote rol in ons leven. De afdeling Psychologie van de Universiteit Utrecht waar ik werk, is mede opgericht door Mauk Mulder. Macht was een belangrijk onderwerp in zijn onderzoeksprogramma. Samen met de helaas veel te vroeg overleden Jan Bruins toonde Mulder aan dat mensen graag proberen machtige posities te verkrijgen. En Belle Derks, thans hoogleraar sociale en organisatiepsychologie in Utrecht, laat zien dat mannen en vrouwen met macht graag hun machtige posities behouden. David Kipnis vatte het bondig samen: het hebben van macht doet rare dingen met mensen. Power corrupts.
Zelf heb ik dat ook meegemaakt in militaire dienst. We kregen op een gegeven moment een blauwgrijs streepje op onze schouder, als teken dat wij een universitaire opleiding hadden voltooid. Ik heb mensen zelden zo blij gezien met een stukje stof, dat niemand buiten de kazerne iets zei.
Macht wordt ook vaak geadoreerd. Friedrich Nietzsche omschreef zichzelf bijvoorbeeld als de filosoof met de hamer. Op die manier probeerde hij een machtige klap te geven op onze kennis van wie we zijn.
Macht is dus belangrijk. Maar is het zo zo belangrijk als sommige postmodernisten of geesteswetenschappers zoals Michel Foucault ons willen doen geloven? Macht zou in sommige van die opvattingen alomtegenwoordig en niet te vermijden zijn, en aldus aan de basis liggen van de menswetenschappen.
Een groot goed van de psychologie-opleiding is dat inhoudelijke kennis wordt gekoppeld aan nadenken over methodologische onderzoeksdesigns. Zulke methodologische kennis kan en moet altijd beter, maar wat we in onze opleiding leren is na te denken in termen van onderzoeksontwerpen.
Met onze inhoudelijke en methodische kennis kunnen we dus preciserende vragen stellen over de rol van macht in ons leven: hoe groot is die rol precies (wat is de effect size)? En wat is de rol van andere variabelen? En doet macht ertoe in combinatie met die andere variabelen? Met andere woorden: heeft macht een direct effect op wat we doen, of gaat het indirecter? Dus niet als een onafhankelijke variabele, maar als een moderator of mediator van ons gedrag?
Zo leert psychologisch onderzoek ons dat het hebben van macht er ook toe kan leiden dat je je wat minder van anderen aantrekt en je daardoor niet geremd voelt om het goede na te streven. Dus macht kan soms ook positief en bevrijdend werken, voor jou en mensen voor wie je verantwoordelijk bent.
Mijn punt is: als je alleen een hamer hebt, ben je geneigd veel dingen te zien als een spijker waar je een klap op kunt geven. Als je door een sterke machtsbril naar de wereld kijkt, kun je op een gegeven moment niets anders zien dan machtigen en machtelozen, onderdrukkers en onderdrukten.
Macht is een heel belangrijke variabele. En soms besteden we er in de psychologie te weinig aandacht aan, bijvoorbeeld als we impliciet de zittende macht, de status quo, bevestigen. De sociale werkelijkheid is gelaagder dan dat alleen. Gelukkig maar.
Foto: Stijn Rademaker