Lees verder
De Vereniging voor Gedrags en Cognitieve therapieën (vgct) heeft de ambitie er niet alleen voor de leden te zijn maar ook voor de psychische gezondheid van alle inwoners van Nederland. We hebben daar nog te weinig invloed op. Het potentieel van psychologische behandelingen wordt onvoldoende benut. Is het wel bekend bij politici en beleidsmakers dat psychologische behandelingen, waaronder cognitieve gedragstherapieën, niet alleen effectief maar ook kosteneffectief zijn? Het blijkt van niet. Dat komt onder meer, vind ik, omdat wij psychologen/psychotherapeuten ouderwets zijn georganiseerd en we onze gezamenlijke boodschap niet goed naar buiten brengen.
Hubert van der Kleij

In de afgelopen twaalf maanden had een op de vier (jong)volwassenen één of meerdere psychische aandoeningen. Er zijn allerlei goede evidencebased behandelingen beschikbaar gekomen maar de wachtlijsten in de ggz en jeugdhulp zijn erg lang. Bij medische aandoeningen zoals kanker zouden we dit niet accepteren. In het boek Therapiewinst betogen psycholoog David M. Clark en econoom Richard Layard dat mensen die effectieve psychologische behandelingen krijgen niet alleen gelukkiger en gezonder zijn maar ook productiever.1  Betere schoolresultaten en minder uitval door ziekte hebben positieve effecten op mens én samenleving.

De circa 40.000 wetenschappelijk opgeleide psychologische professionals die in de ggz werken hebben zich in wel dertig verschillende wetenschappelijke verenigingen en beroepsverenigingen georganiseerd. Dat maakt dat de beroepsgroep erg versnipperd is en de impact minder groot. Talloze malen heb ik ervaren dat ‘de buitenwereld’ (politiek/beleidsmakers, financiers zoals zorgverzekeraars en gemeentes, verwijzers en cliënten) en ook de media ons niet begrijpen en hun eigen weg zoeken.  ‘Kom naar buiten met één duidelijk verhaal over welke psychologische behandeling voor wie en door wie we moeten inzetten’ is mij van verschillende kanten talloze keren aanbevolen. Zorgverzekeraars zijn verplicht bewezen effectieve behandelingen op te nemen in de Zorgverzekeringswet en ervoor te zorgen dat deze bijtijds wordt gegeven; dat is hun zorgplicht.

Anders gezegd: voor de grote, allesverklarende theorieën of referentiekaders die zijn ontwikkeld in de vorige eeuw als basis voor wetenschappelijke verenigingen is de tijd voorbij. Er is allerlei bewijs dat voor verschillende aandoeningen bij verschillende patiënten verschillende behandelingen effectief zijn. Dat verhaal moeten we naar buiten brengen.  Ik zeg niet dat de verschillen er niet zijn en het wetenschappelijke onderzoek naar goede psychologische behandelingen en het goed opleiden van behandelaren moet zeker doorgaan.  Maar voer dat debat op wetenschappelijke congressen en in artikelen, niet in de publieke arena.

Ik ben dus een groot voorstander van betere samenwerking tussen psychologen/psychotherapeuten en de verenigingen die ons vertegenwoordigen, met een externe focus op gedeelde doelen en belangen.

Ik pleit als nieuwe grondslag voor wetenschappelijke verenigingen voor ‘evidencebased/informed werken door goed opgeleide professionals’ en de (leer-)effecten daarvan voor verschillende psychische aandoeningen en mensen gezamenlijk naar buiten brengen.  Doe dat als verenigingen door meer samen te werken of zelfs te fuseren.  Zo kan de maatschappij profiteren van de vele goede effecten van moderne psychologische behandelingen.

1 Therapiewinst, de waarde van psychologische behandeling (2018) is uitgegeven door Boom Uitgevers Amsterdam.