Lees verder
Het activeren van ouderen, het rondbrengen van maaltijden of het assisteren van chirurgen in een operatiekamer: de zorgtaken waarvoor robots worden ingezet breiden zich uit.
Else de Jonge

Onderzoekers aan de Radboud Universiteit en de LMU in München onderzochten of, wanneer en in hoeverre mensen compassie opbrengen voor robots. Gedragen mensen zich tegenover robots conform morele principes die ze bij medemensen ook laten gelden? Om daarachter te komen, kregen deelnemers een aantal hypothetische morele dilemma’s voorgeschoteld. Kernvraag daarvan betrof hun bereidheid een individu in levensgevaar te brengen, teneinde een groep gewonde personen te redden. In de beschreven scenario’s was het te offeren individu soms een mens, soms een robot met een menselijke verschijningsvorm en weer andere keren een robot die duidelijk als machine herkenbaar was. De onderzoekers presenteerden de robot daarnaast soms als een voelend en empathisch wezen, met eigen percepties en ervaringen.

Ze concluderen dat er een omgekeerd evenredige verhouding is tussen de ‘menselijkheid’ van robots en de bereidheid van mensen die robots te offeren aan een hoger doel: waar het eerste toeneemt, neemt het laatste af. Daarbij lijkt de uiterlijke verschijningsvorm van een robot van minder invloed dan de menselijke eigenschappen die eraan worden toegeschreven. Veel deelnemers bleken, wanneer ze geïnformeerd waren over de psychologische kwaliteiten van de robot – in het bijzonder over diens emoties – bereid gewonde mensen aan hun lot over te laten als ze daarmee de robot konden behoeden voor schade. Kennelijk zijn mensen sterk geneigd een robot morele status toe te kennen. De onderzoekers menen dat dit reden is reserves in acht te nemen bij pogingen robots verregaand te vermenselijken. Robots zijn immers bedoeld om de mens te dienen – en niet omgekeerd.

Bron: Sari R. R. Nijssen, S.R.R. et al. (2019). Saving the Robot or the Human? Robots Who Feel Deserve Moral Care. Social Cognition.doi.org/10.1521/ soco.2019.37.1.41