Lees verder
Depressieve patiënten stuiten vaak pas na een proces van trial and error op het goede antidepressivum. Onderzoekers denken dat een kort hersenonderzoek een subgroep van patiënten sneller helpt het juiste middel te vinden.
Annemarie Huiberts

Mensen met een depressieve stoornis lopen groter risico op epilepsie; omgekeerd ontwikkelt 24% van de epileptische patiënten een depressieve stoornis. Ook verminderen antidepressiva de frequentie van epileptische aanvallen. In hun zoektocht naar biomarkers voor de behandeling van depressie nam een internationale onderzoeksgroep dit verband tussen depressie en epilepsie als uitgangspunt. De onderzoekers maakten gebruik van de gegevens van de International Study for Predicting Optimized Treatment in Depression (N=1008) waarin drie verschillende antidepressiva met elkaar worden vergeleken. Het EEG van ruim vijftig patiënten vertoonde zulke lichte afwijkingen dat ze niet tot uiting komen in klinische symptomen. Deze patiënten reageerden in vergelijking tot patiënten met een normaal EEG slechter op twee van de drie antidepressiva, escitalopram en venlafaxine, maar even goed op sertraline. Vermoedelijk was een sterker anticonvulsief effect van sertraline de oorzaak. In vervolganalyses met 57 patiënten werd deze hypothese niet bevestigd. Bij tweederde was, ongeacht het voorgeschreven antidepressivum, na acht weken behandeling het EEG genormaliseerd. Waarom patiënten de beste respons laten zien op sertraline, blijft onduidelijk.

Bron: Van der Vinne, N. et al. (2019). Normalization of EEG in depression after antidepressant treatment with sertraline? A preliminary report. Journal of Affective Disorders, 259, 67-72. doi: 10.1016/j.jad.2019.08.016