Lees verder
Aanraking kan helpen je motorische vaardigheden eigen te maken. Cruciaal daarbij is dat je in de gaten hebt welk doel de ander heeft. En die ander kan ook een robot zijn.
Else de Jonge, Iris Dijkstra

Of je nu een kind leert lopen of een patiënt helpt revalideren: aanraking maakt dat de ander letterlijk verder komt. Cruciaal daarbij is het doel dat je voor ogen hebt. Als jij weet waarheen de ander moet bewegen, zet hij of zij – letterlijk – een stap in de goede richting.

Dat blijkt uit experimenten van een Brits-Japans-Singaporese onderzoeksgroep van neurowetenschappers en robotica-experts. Bekend was al dat je iemand door aanraking motorische vaardigheden kunt aanleren. Onbekend was hoe dat proces precies in zijn werk gaat. De onderzoekers ontwikkelden daarom een computerspel waarbij proefpersonen in tweetallen moesten raden welke kant een figuurtje heen wilde. De veertig proefpersonen waren soms wel, soms niet met elkaar verbonden. Als ze in de gaten hadden welke bedoeling hun partner had, haalden ze de hoogste score.

Op basis van deze resultaten programmeerden de onderzoekers een robot en keken of deze net zo’n helpende hand kan bieden als mensen. Dat lukte. Daarbij maakte het niet eens uit of de robot zich beter dan, slechter dan of even goed als de proefpersoon bewoog: die had er sowieso baat bij. Het zijn hoopgevende uitkomsten voor mensen die wel wat (extra) hulp kunnen gebruiken. Al blijft het natuurlijk leuker om die hulp niet van een robot maar van een medemens te krijgen. (ID)

Bron: Takagi, A. et al. (2017). Physically interacting individuals estimate the partner’s goal to enhance their movements. Nature Human Behaviour, 1, doi:10.1038/s41562-017-0054