Lees verder
Jongeren die plotseling als genderdysfoor uit de kast komen, kunnen beïnvloed zijn door social media en hun vriendengroep. Deze hypothese behoeft wel nader onderzoek.
Iris Dijkstra

Toen psycholoog Lisa Littman vorig jaar in PLOS ONE een onderzoek publiceerde waarin ze stelde dat social media en de invloed van peers kunnen leiden tot een ‘cluster outbreak’ van genderdysforie, kreeg ze een stortvloed aan kritiek over zich heen. Haar concept Rapid Onset Gender Dysforia (ROGD) zou zeer twijfelachtig zijn. Nu, een half jaar later, komt PLOS ONE met een revisie van het originele gewraakte artikel. Daarin zijn woorden als ‘cluster outbreak’ verdwenen, wordt meer tekst en uitleg gegeven over de dataverzameling en wordt gesteld dat ROGD als aandoening inderdaad nog niet klinisch gevalideerd is. Maar aan de conclusies van het oorspronkelijke onderzoek, uitgevoerd bij 256 ouders, wordt niet getornd. Bij jongeren, vooral meisjes, lijkt onvrede met de eigen gender wel degelijk plotseling te kunnen ontstaan.

Vraag is waardoor die onvrede veroorzaakt wordt. Zo maakt volgens 86% van de ouders hun kind deel uit van een vriendengroep met daarin minstens één genderdysfoor kind en/of zat hun kind meer op social media voorafgaand aan de coming out. Identificatie met een genderdysfore identiteit zou ook een ongezond coping-mechanisme kunnen zijn. Dat moet allemaal nog nader onderzocht worden, benadrukt PLOS ONE: het eerste artikel was exploratief en hypothese-genererend van aard.

Bron: Littman, L. (2019). Correction: Parent reports of adolescents and young adults perceived to show signs of a rapid onset of gender dysphoria. PLOS ONE, 19 maart 2019. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0214157