Lees verder
Online treiteren onder jongeren gaat vrijwel altijd samen met directe vormen van pesten; schelden, slaan, roddelen. Pak de twee vormen dus samen aan, betogen onderzoekers.
Iris Dijkstra, Else de Jonge

Cyberpesten onder jongeren is volgens onderzoekers van de universiteit van Warwick in de meeste gevallen een aanvulling op ‘ouderwets’ face-to-face gepest. Slachtoffers nemen in aantal niet toe, maar worden op meer manieren getroffen. Van unieke online slachtoffers is nauwelijks sprake.

Jongeren (N=2700) tussen elf en zestien jaar beantwoordden online vragen over onder meer zelfvertrouwen en gedragsproblemen. Over pesten konden ze aangeven of ze te maken hadden met fysiek en/of verbaal geweld, of er over hen geroddeld werd en of ze agressief benaderd werden via twitter, tekstberichtjes of e-mail. 29 procent gaf aan regelmatig gepest te worden. Bij slechts één procent beperkte dit pesten zich tot cyberpesten alleen; bij de andere 28 procent ging het om face-to-face gepest of een mengvorm daarvan met online pesterij.

Langdurig blootstaan aan pesten, zo concluderen de onderzoekers, heeft negatieve effecten op het zelfvertrouwen en op sociale gedragsvaardigheden. Maar bij kinderen die behalve face-to-face ook online gepest, of die alleen online gepest worden, is het zelfbeeld negatiever en zijn de gedragsproblemen groter. Online pesten speelt zich immers ook buiten het schoolplein af en kan 24 uur per dag doorgaan. Daarom is het belangrijk online pesten in samenhang met directe vormen van pesten te bestrijden. (EdJ)

Bron: Wolke, D. et al. (2017). Cyberbullying: a storm in a teacup. European Child & Adolescent Psychiatry. doi: 10.1007/s00787-017-0954-6