Lees verder
Bestaat ego depletion nu wel of niet? Recent replicatieonderzoek geeft te denken. Maar er kleven ook conceptuele haken en ogen aan onderzoek naar dit fenomeen.
Iris Dijkstra

Ego depletion betekent letterlijk ‘uitputting van het ik’. Het houdt in dat je mentale kracht beperkt is. Dat zie je bijvoorbeeld als je jezelf moet beheersen. Dat lukt je nog bij de eerste keer dat er een schaaltje met bonbons langskomt, maar niet meer bij de tweede of derde keer. En dat komt dan dus doordat je mentale reserves op zijn.

Onderzoek naar het ego depletion-effect is onder een vergrootglas komen te liggen doordat dit effect in recent replicatieonderzoek niet altijd bevestigd kon worden. Er zijn meer replicaties nodig, werd er toen gezegd. Maar twee Amerikaanse psychologen vinden dat er eerst een conceptuele crisis moet worden opgelost.

Ze wijzen op drie conceptuele problemen in het onderzoek naar ego depletion. Allereerst laat de definitie en operationalisering van zelfregulering te wensen over. Sommige onderzoekers leggen proefpersonen twee keer dezelfde taken voor en gaan daardoor de mist in. Je kunt niet eenzelfde opdracht als depletion én non-depletiontaak inzetten. Onduidelijk is verder in hoeverre zulke opdrachten daadwerkelijk iets over ego depletion en zelfregulering zeggen. Zo krijgen proefpersonen nogal uiteenlopende opdrachten, variërend van sommen maken tot het balanceren op één been. Last but not least ontbreekt het aan nauwkeurige theoretische modellen waaruit je duidelijke, falsifieerbare voorspellingen kunt afleiden.

Prima dus om meer replicatieonderzoek te doen. Maar laten we eerst eens goed vaststellen wat ego depletion precies is, hoe je het kunt meten en welke effecten gezien kunnen worden als bewijs voor het (niet) bestaan van dit fenomeen. (ID)
Bron: Lurquin, J.H., & Miyake, A. (2017), Challenges to ego-depletion research go beyond the replication crisis: A need for tackling the conceptual crisis. Frontiers in Psychology, 8. doi: 10.3389/fpsyg.2017.00568.