
In vaktherapie ligt de nadruk meer op doen en ervaren en minder op praten. Er zijn verschillende vormen: beeldende therapie, therapie waarin dans en beweging, drama, muziek of spel centraal staan en psychomotorische therapie.
In de Keuzehulp worden deze vormen geïntroduceerd, waarna onder de kop ‘Welke vorm van vaktherapie past bij jou?’ een hele serie concrete vragen wordt gesteld in een soort stroomschema. Ook worden de verschillen tussen groeps- en individuele therapie benoemd en is er aandacht voor mogelijke bijwerkingen. De inzet is dat wie het hele document doorloopt een weloverwogen keuze kan maken.
Vaktherapie is onder andere inzetbaar voor problemen op het gebied van emotieregulatie, omgaan met anderen, of het vinden van een balans tussen inspanning en ontspanning. Het kan individueel worden gegeven, aan partners of het hele gezin of in groepen en het kan onderdeel zijn van het behandelprogramma, of er los van staan.
De zorgstandaard Vaktherapie en de keuzehulp zijn gepubliceerd op www.gzstandaarden.nl.