In de acute ggz zijn psychologen traditioneel niet betrokken bij crisisinterventies. De focus in het buiten kantooruren ligt traditioneel op medische interventies en medicatie, wat de crisisdiensten tot het domein van psychiaters, artsen, verpleegkundig specialisten (vs) en sociaalpsychiatrisch verpleegkundigen (spv) maakt.
“De psycholoog wordt niet genoemd in de Generieke Module Acute Psychiatrie (gmap), maar er staat ook niet in dat psychologen niet mogen worden ingezet”, zegt gz-psycholoog in opleiding tot specialist (gios) Anne Pauly, projectleider van de pilot bij Lentis. “De richtlijn benadrukt juist het de-escaleren en stabiliseren van de situatie. Hiervoor zijn de relatie en het gesprek met de cliënt belangrijk, wat perfect aansluit bij de expertise van psychologen.”
Lentis zette in 2024 een pilot op om de rol van psychologen in de crisisdienst te onderzoeken. Hun gespreksvaardigheden bleken een waardevolle aanvulling te zijn op de bestaande aanpak. “Psychologen zijn getraind om tussen de regels door te luisteren, door te vragen en de emotionele toestand van cliënten goed in te schatten,” zegt Pauly. “Deze vaardigheden helpen in crisissituaties om de psychische kant van het probleem te begrijpen, juist in aanvulling op de medische kant. Waarom is iemand in crisis en wat kun je dan doen? Is iemand bijvoorbeeld in crisis door angst, of suïcidaal door verlies van hoop? In het gesprek kun je hierop inspelen, kalmeren en samen oplossingen vinden die een crisis afwenden.”
Duale teams
In de pilot werkten negentien psychologen mee, van wie twee vanuit een andere ggz-instelling. Eerst als extra ondersteuning, later werden ze operationeel ingezet in de voorwacht tijdens avond-, weekend- en nachtdiensten. Op de crisisbeoordelingslocatie (cbl) vormden ze een duaal team met een arts of verpleegkundig specialist, waarbij de psycholoog de tweede beoordelaar was en de psychiater de achterwacht.
In deze duale setting voerden psychologen taken uit zoals risico-inschatting, beoordeling van suïcidaliteit, diagnostiek en crisis-
interventie. Ze werkten de-escalerend en stabiliserend met gesprekstechnieken en korte interventies, terwijl medicatie voor-
schrijven en de somatische screening voorbehouden bleven aan de arts, vs of psychiater. Achteraf werd geëvalueerd hoe verschillende disciplines, van triagisten en spv’ers tot psychiaters, de inzet van psychologen ervaarden.
De evaluatie liet zien dat de psychologen een verfrissende kijk op crisisinterventies kunnen inbrengen. Pauly geeft een voorbeeld: “Ik liep zelf ook mee in de crisisdienst en had toevallig drie cliënten met suïcidaliteit en persoonlijkheidsproblematiek. Bij alle drie werd medicatie aangeboden, maar ze wezen die actief af. Het viel me op dat medicatie routinematig wordt aangeboden, ook als de cliënt er niet om vraagt.”
“Als een cliënt bijvoorbeeld door paniek of eenzaamheid suïcidale gedachten krijgt, hoeft er niet altijd meteen kalmerende medicatie te worden gegeven. Het kan dan effectief zijn om samen met iemand de situatie te structureren, aan te sluiten bij wat iemand nodig heeft, en te bespreken hoe iemand de nacht door kan komen.”
Opleidingsplaatsen
Een neveneffect van de pilot die Lentis draait, is de mogelijke impact op de opleiding van klinisch psychologen. “Er zijn geen opleidingsplaatsen in de crisisdienst, omdat er geen klinisch psychologen werken, maar vanuit de opleiders is er al heel lang vraag naar,” vertelt Pauly. “Het is een kip-ei-verhaal. Als je een klinisch psycholoog in opleiding wilt laten meewerken in de crisisdienst, heb je een werkbegeleider nodig die klinisch psycholoog is én in die dienst werkt. Als we een club van gemotiveerde psychologen hebben die structureel meedraaien in de crisisdienst, kunnen we ook opleidingsplekken creëren.”

Een belangrijke uitkomst van de pilot was dat psychologen extra scholing nodig hebben op terreinen die minder aan bod komen in de psychologieopleiding. “Het gaat vooral om de medisch-somatische kant en de acute psychiatrische beelden,” zegt Pauly. “Ze moeten bijvoorbeeld leren herkennen wanneer er sprake is van een delier of intoxicatie. Als psycholoog hoef je niet precies te weten welke somatische aandoening iemand heeft, maar je moet wel kunnen herkennen wanneer je een arts moet inschakelen.”
Voor de vervolgpilot wordt het scholingsaanbod uitgebreid met meerdere trainingsdagen per jaar. Daarnaast komt er een vast inwerkprogramma voor psychologen die willen meedraaien in de crisisdienst.
De positieve resultaten hebben ertoe geleid dat de instelling nu ook al de eerste implementatiestappen zet. “We gaan op zoek naar ge-motiveerde psychologen die dit structureel willen doen,” zegt Pauly. “Deelname moet gebaseerd zijn op persoonlijke keuze, niet op verplichting. Niet elke psycholoog heeft affiniteit met crisiswerk.”
Een belangrijke voorwaarde voor implementatie is continuïteit. Pauly: “Werken in de crisisdienst vereist specifieke ervaring die je alleen opbouwt door regelmatig diensten te draaien.” Vanaf dit jaar wordt het crisiswerk voor deze psychologen daarom een vast onderdeel van hun functie. De instelling streeft naar een ‘vaste club’ van gemotiveerde professionals die ongeveer twee keer per maand een dienst draaien, met gerichte scholing en intervisie.
Verantwoordelijkheid
In april is een vervolgpilot van zes maanden begonnen, met psychologen uit de eerste pilot en nieuwe psychologen, afkomstig uit zowel de eigen als andere organisaties. Deze tweede fase onderzoekt vier centrale vragen:
- Kan de gz-psycholoog of klinisch psycholoog meer verantwoordelijkheid dragen in de crisisdienst? Hierbij gaat het om verantwoordelijkheden die psychologen overdag al dragen, zoals het zelfstandig uitvoeren van suïcidaliteitsbeoordelingen.
- Kunnen een psycholoog en een spv’er samen in de voorwacht werken zonder directe aanwezigheid van een arts? Nu doet de psycholoog de beoordeling altijd samen met een medische discipline. In de pilot wordt gekeken of een psycholoog-spv-duo mogelijk is met een arts alleen op afroep.
- Kan een klinisch psycholoog in de achterwacht functioneren? Deze vraag verkent of klinisch psychologen met hun expertise in complexe problematiek een adviserende rol op afstand kunnen vervullen. Momenteel is deze positie voorbehouden aan psychiaters.
- Wat is de optimale positie van de psycholoog in de acute zorg? Gewerkt wordt aan een nieuwe opzet met een duidelijker onderscheid tussen crisisdienst en spoedzorg. De crisisdienst blijft gericht op mensen met ernstig ontregelend gedrag, terwijl de spoedzorg zich richt op patiënten die niet in crisis zijn, maar wel zorg nodig hebben en met wie een gesprek mogelijk is. De vraag is of psychologen met hun gespreksvaardigheden vooral in deze laatste setting kunnen worden ingezet.
De pilot in Groningen staat niet op zichzelf. Ook Ggz Breeburg en Ggz Friesland experimenteren met de inzet van psychologen in de crisisdienst. De uitkomsten van deze experimenten kunnen mogelijk bijdragen aan een structurele verandering binnen de ggz.
Beeld: Shutterstock