Lees verder
Psychologisch onderzoek berust vaak op kleine steekproeven die nogal ‘weird’ zijn: western, educated, industrialized, rich en democratic. Maar die nuance zie je in conclusies niet altijd terug.
Iris Dijkstra

Van wetenschappers wordt steeds meer verwacht dat ze naar buiten treden met hun bevindingen. Maar complexe bevindingen in eenvoudige lekentaal verwoorden is nog niet zo makkelijk. Zeker niet omdat het óók vaak kort en krachtig moet. Voor de mitsen en maren die er aan onderzoek kleven, is dan geen plaats meer. Dat kan het grote publiek op het verkeerde been zetten.

Dat blijkt uit een Amerikaanse studie. Daarbij screenden de onderzoekers 1149 publicaties in wetenschappelijke psychologische tijdschriften op algemene uitspraken in titels, abstracts en ‘research highlights’. Denk aan formuleringen als: ‘Introverte en extraverte mensen vereisen een verschillende leeromgeving.’ In het overgrote deel van de artikelen stond minstens eenmaal zo’n algemene uitspraak. Dat gebeurde net zo vaak bij kleine als bij grote steekproeven. Dat de auteurs hun conclusie soms baseerden op een kleine, selecte steekproef, stond er alleen meestal niet bij. Vervolgens gingen ze na hoe zulke uitspraken op leken overkomen. Het gros van de 1578 respondenten bleek aan stellige uitspraken meer gewicht toe te kennen dan aan conclusies met meer mitsen en maren. Wie wil scoren bij het grote publiek, moet dus niet te genuanceerd willen zijn. Alleen stumuleert dat wel het ontstaan van nepnieuws.

Bron: DeJesus, J.M. et al. (2019). Generic language in scientific communication. PNAS, 116 (37), 18370- 18377.