Lees verder
Pieter J.D. Drenth

Niet zelden worden, ook binnen de psychologie, het intuïtieve denken en de intuïtieve besluitvorming opgehemeld. Zie bijvoorbeeld de pas verschenen hernieuwde editie van De kracht van je intuïtie: de intelligentie van het onbewuste van de Duitse psycholoog Gerd Gigerenzer. Hierbij een tegengeluid.

Intuïtie omschrijft Gigerenzer als gebaseerd op ervaring, plotseling opkomend en niet uit te leggen. Dit komt akelig dicht bij wat de op 8 april dit jaar overleden Daniel Kahneman in zijn bestseller Thinking fast and slow beschrijft als ‘system one’-denken. Dit denken gaat snel, impulsief en intuïtief en kost weinig moeite of controle. Het legt ook snel verbanden die er niet zijn, en heeft de neiging van alles wat gebeurt een samenhangend verhaal te maken. ‘System two’-denken daarentegen werkt langzamer, logisch afwegend, bedachtzaam en gecontroleerd en vergt meer geestelijke inspanning. Wetenschappelijk onderzoek, zoals Kahneman dat uitvoerig beschrijft en dat ook Steve Pinker aanhaalt in zijn recente boek Rationality, toont aan dat ‘system two’-beslissingen meestal beter zijn. Zulk denken is immers minder onderhevig aan de grillen van het intuïtieve denken. Ik noem een paar van die grillen:

– De ‘beschikbaarheidsfout’. Het belang en de frequentie van verschijnselen wordt sterk overschat door wat men net heeft gezien, gehoord, meegemaakt of gelezen. Een spectaculair MeToo-geval leidt tot een sterke overschatting van het percentage ontucht. Het zien van een auto-ongeluk leidt tot hogere schattingen van het gevaar op de weg.

– Volgzaamheid, het overnemen van opinies van personen voor wie men ontzag heeft: influencers, goeroes, politieke of geestelijke leiders. Denk ook aan de invloed en de sociale druk van de groep waarvan men deel uitmaakt (‘group think’). – Het koppig vasthouden aan genomen beslissingen ondanks nieuw contra-bewijs of inmiddels ervaren falen. Generaal Haigh weigerde in de Eerste Wereldoorlog de slag aan de Somme af te gelasten ondanks negatieve adviezen en contra-indicaties voor succes. Als gevolg werd niets gewonnen en lieten ruim 57.000 soldaten het leven. Ook veel gerechtelijke dwalingen vormen een illustratie. Zelfoverschatting, trots en eigendunk staan redelijkheid in de weg.

– Daarnaast spelen ook emoties vaak een rol. De logica komt onder druk te staan als de waarheid en juiste conclusies pijn doen. Denk aan kolonisatie, slavernij, klimaat, discriminatie, vaccinatie.

– Voorts worden in het ‘system one’-denken allerlei logische en statistische fouten gemaakt: samenhang wordt verward met causaliteit, logische redeneringen worden omgedraaid, waarnemingen op te kleine aantallen, casuïstiek als bewijs, enzovoorts.

Door al dit soort denkfouten, drogredenen, misvattingen en vooroordelen nemen mensen bij het intuïtieve denken verkeerde en vaak schadelijke beslissingen. Ik pleit dus voor redelijkheid en rationele besluitvorming. Niet dat dan alles goed komt, maar we reduceren in elk geval wel de kans op miskleunen die voor onszelf maar ook voor onze medemens en de maatschappij kwalijke gevolgen hebben. Bij redelijk nadenken vervallen alle argumenten pro slavernij, religieuze intolerantie, achterstelling van vrouwen en discriminatie van gekleurde medeburgers.

In die zin is het zelfs een morele plicht rationeel te denken. Daardoor kunnen we immers onderscheid maken tussen goed en kwaad. Geef dat rationale denken dan ook alle ruimte.