Log in
Door Hesna Al Ghaoui (2019). Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Pluim, 396 p.
Karel Soudijn

De moraal van dit boek is samengevat in een slotscène. De schrijfster staat op een hoge rotspunt en moet naar beneden springen om ver in de diepte in een meertje te duiken. Ze durft niet. In het meertje drijven rubberbootjes die haar uit het water zullen vissen. Andere mensen hebben al eerder de sprong gewaagd, want het gaat hier om een toeristische attractie. Als ze een aanloop neemt, stopt ze vlak voor de sprong. Maar ze is ook bang om niét te springen, want dat is een ‘afgang’ in de ogen van al die mensen die ver beneden naar haar kijken. Fysieke en sociale factoren lijken hier met elkaar in conflict. Uiteindelijk springt ze toch. Doorslag geeft het idee dat de sprong mooi materiaal zal opleveren voor het boek dat ze aan het schrijven is – een boek over angst. Door angst productief te maken, aldus de auteur, kunnen we ons leven verder ontwikkelen. Mensen kunnen van angst verstijven,