Lees verder
Henk haalt na het werk nog even snel een broodje haring bij zijn favoriete haringkar. Hij parkeert zijn auto op zo’n tien meter afstand, en laat zijn sleutels even in de auto zitten (uh-oh). Terwijl Henk wacht op zijn broodje, stapt er een minderjarige in Henks auto, rijdt weg, en veroorzaakt een ongeval. Vraag: is Henk voor dit ongeval aansprakelijk?
Eric-Jan Wagenmakers

In mijn vriendenkring zegt iedereen instinctief ‘nee’, en in uw vriendenkring vast ook – tenzij u natuurlijk bevriend bent met juristen, want die herkennen dit scenario onmiddellijk als het ‘haringkar-arrest’. De Hoge Raad oordeelde dat Henk wel degelijk aansprakelijk is, omdat hij had kunnen weten dat zijn auto een gemakkelijk doelwit zou zijn voor een joyride.
Hier is een tweede zaak waar een commissie van juristen zich onlangs over heeft gebogen. De voormalig rector magnificus van de Universiteit van Amsterdam, Dymph van den Boom, werd vorig jaar in NRC Handelsblad beschuldigd van plagiaat. Volgens journalist Frank van Kolfschooten zou zij – zowel in haar Diestoespraken als ook in haar proefschrift – lappen tekst integraal hebben overgenomen zonder duidelijke bronvermelding. De aantijging van Van Kolfschooten was extra wrang omdat Van den Boom als rector juist het bestrijden van plagiaat hoog op de agenda had gezet.

Al snel verzocht de UvA een commissie om de aantijging nader te onder­zoeken. Vanzelfsprekend bestond deze commissie uit ervaren methodologen en psychologen (Van den Boom is ontwikkelingspsycholoog) – nee, herstel: de commissie bestond louter uit juristen. Deze juristencommissie concludeerde dat Van den Boom inderdaad lappen tekst letterlijk had overgenomen, zonder bronvermelding. Maar de commissie oordeelde uiteindelijk ook dat er géén sprake is van plagiaat, omdat de gekopieerde teksten betrekking hebben op het inleidende gedeelte van het proefschrift. En bij plagiaat, zo vonden de juristen, komt heel wat meer kijken dan andermans teksten zonder bronvermelding knippen en plakken. Dymph van den Boom – wier reputatie door de NRC-affaire onherstelbaar is beschadigd – voelde zich gerehabiliteerd.

Om een zelfstandig oordeel te kunnen vellen heb ik Van Kolfschooten gevraagd om een gedetailleerd overzicht van de gekopieerde teksten. Na bestudering hiervan concludeer ik dat juristen maar beter kunnen blijven bij haring­karren, openstaande kelderluiken, en giftige taxusstruiken. De UvA kan niet anders dan dit juristenrapport categorisch afwijzen; niet alleen schept het een ontoelaatbaar precedent richting medewerkers en studenten, het staat ook haaks op een eeuwenoude wetenschappelijke beroepsethiek. Het ene plagiaat is het andere niet, maar Van den Boom moet geweten hebben dat het overtypen van zoveel tekst zonder bronvermelding niet correct was. Deze specifieke ‘onzorg­vuldigheid’ lijkt een constante factor te zijn in haar carrière, en derhalve past Van den Boom enkel het boetekleed.

Van Kolfschooten en NRC Handelsblad werd verweten dat ze Van den Boom publiekelijk aan de schandpaal nagelden zonder eerst zorgvuldig intern onderzoek te laten doen. De ironie wil dat de juristencommissie middels haar rapport ongewild heeft aangetoond dat gegronde klachten over wetenschappelijke integriteit al snel de doofpot in gaan. Het knip- en plakwerk van Van den Boom is betreurenswaardig, maar zelf ben ik vooral teleurgesteld in het juristenrapport. Jurist: blijf bij je haringkar!

 

Beeld: Peter Valckx