Lees verder
Onlangs bezocht ik Agora, een school voor voortgezet onderwijs in Roermond. Medeoprichter Sjef Drummen, zelfbenoemd onderwijskunstenaar – en terecht – was mijn gastheer. Het was een hartverwarmende dag.
Harold Bekkering

Drummen vindt dat kinderen in hun ontwikkeling zelf moeten kunnen kiezen hoe en wat ze willen leren. Tegelijkertijd wordt door de coaches slim gestuurd op de keuze-opties. Hoe paradoxaal het mag klinken: er zijn heel duidelijke kaders om leerlingen ongelooflijk veel vrijheid te bieden. Muren volgehangen met dinosaurussen, tekeningen hoe een duikboot onder water te krijgen, de tomeloze inzet van de leerlingen spat er vanaf. En elk project laat iets concreets na, een footprint. De leerlingen hebben zelf een digitaal systeem ontwikkeld dat dit proces volgt en begeleidt. Man, man, man wat een innovatiedrang brengt deze school teweeg.

Gelukkig blijven de kinderen ook gewoon pubers. Ik zag een leerling in de klas snel van de sociale media naar wiskunde switchen, we knipoogden een keer. Het verhaal over een kind binnen het autistische spectrum dat zich eerst drie weken mocht verschuilen in een donker kamertje voordat er contact met de groep werd gemaakt, ontroerde me zeer. Zo kan het dus ook!

Als neurowetenschapper heb ik serieuze bedenkingen bij wat we onze kinderen aandoen in het reguliere onderwijssysteem. Leren is voortbouwen op bestaande kennis. We bewaren beelden, bewegingen, gevoelens en symbolen in onze hersenen over wat we hebben meegemaakt. Leren vindt plaats als we ervaren dat deze kennis niet werkt. Leren vereist fouten maken. En dat is dus radicaal anders dan wat we doen in de praktijk met de klassikale benadering en directieve manier van lesgeven.

Sinds ik mijn mening in de media verkondig, krijg ik bijna elke dag wel een mailtje van een lijdende ouder met een gekwetst kind, dat soms te sensitief of te autistisch is om in een klas te zitten. Die kinderen hebben pech en moeten op zoek naar een andere school. Of wat als je juist wel goed bent in het je aanpassen aan al die lesstof? Dat zijn de jongvolwassenen die wij op de universiteit krijgen. Met hen heb ik vaak nog het meeste te doen. Heb je (nondedju!) een stel hersenen gekregen waarmee je makkelijk leert, en wat doe je er mee? Vragen of er op het tentamen ook niet-vetgedrukte termen aan bod komen. En je wordt bang gemaakt om een keertje buiten de lijntjes te kleuren. Zonde!

Het woord dat ik voor altijd met Sjef Drummen zal associëren, is vertrouwen. Vertrouw erop dat kinderen willen leren, vertrouw erop dat de Agora-meesters, de coaches, in staat zijn om de kinderen te ondersteunen bij hun zoektocht naar zelfontwikkeling en vertrouw erop dat de maatschappij betrokken is bij deze zoektocht. Sjef appte me dat de open dag dit jaar 1500 mensen heeft getrokken. Is de geest nu uit de fles? Gaat het de onderwijskunstenaar lukken om duidelijk te maken dat we kunnen kiezen voor de individuele ontwikkeling van ieder kind?

Het gemiddelde kind in de klas bestaat niet. Gun kinderen verwondering, verbeelding en vooral veel vertrouwen.