In De breingids wordt de populairwetenschappelijke lezer meegenomen op een ontdekkingstocht door het menselijk brein, en krijgt antwoord op vragen als ‘Hoe kan het dat een pianostemmer perfect kan horen, maar toch nooit een topmuzikant kan worden?’ en ‘Waarom helpt een kusje op een pijnlijke plek?’
We lezen een dialoog tussen een gids en een bezoeker die geen specifieke voorkennis heeft. Al wandelend door het brein legt de gids uit hoe we waarnemen, voelen, denken en handelen, waar de breinfuncties gelokaliseerd zijn en hoe die ons alledaagse gedrag veroorzaken. (JVG)