Jaloezie kan een bron zijn van ernstige conflicten. Zeker als jaloezie door de partner als onredelijk wordt gezien of ziekelijke vormen aanneemt. Pieternel Dijkstra beschrijft allereerst het soort conflicten dat het gevolg kan zijn van jaloezie binnen de partnerrelatie. Vervolgens gaat zij in op de rol van internet bij het ontstaan van jaloezie en daaruit voortvloeiende conflicten. Steeds meer relatieproblemen blijken voort te komen uit internet-gerelateerde ontrouw, jaloezie en conflicten.
Wie het woord ‘jaloezie’ opzoekt in de Van Dale vindt daar als betekenis: ‘het jaloers- zijn, afgunst’. Waar de Van Dale jaloezie en afgunst op één hoop gooit, zijn deze twee emoties volgens wetenschappers heel verschillend. Wetenschappers verstaan onder jaloezie de emotie die wordt opgewekt als mensen het idee hebben dan de relatie met iemand waar ze om geven, meestal een seksuele relatie, wordt bedreigd door een ander (Dijkstra & Buunk, 1998). Wordt afgunst gekenmerkt door het gevoel onrechtvaardig behandeld te worden, door een verlangen naar een object of een eigenschap, bij jaloezie staat vooral de angst om een geliefde te verliezen centraal (Parrott & Smith, 1993). Kortom, de wetenschap houdt er een veel smallere betekenis op na als het gaat om jaloezie dan de betekenis zoals die in het dagelijkse taalgebruik wordt gehanteerd. In dit artikel staan de conflicten centraal die voortkomen uit wat de wetenschap verstaat onder jaloezie.
In het algemeen heeft jaloezie een negatief imago: het zou kinderachtig zijn en getuigen van onzekerheid. Wat vaak over het hoofd wordt gezien, is dat jaloezie wel degelijk een functie heeft. Door jaloers te reageren als de partner interesse toont in een ander, of andersom, een ander interesse toont in de partner, kan overspel worden voorkomen. Zo blijkt uit onderzoek dat jaloerse mensen een grotere kans hebben om, zeven jaar later, nog steeds bij hun partner te zijn dan mensen die weinig jaloers zijn (Mathes, 1986). Onderzoek laat ook zien dat jaloezie mensen ertoe kan aanzetten om meer hun best te doen voor hun relatie, en extra lief en attent te zijn voor hun partner (Buss & Shackelford, 1997). Blijkbaar kan dus, onder bepaalde omstandigheden, jaloezie bijdragen aan de stabiliteit en het succes van een relatie.
Ondanks deze positieve kanten, kan jaloezie ook leiden tot ernstige relatieconflicten, relatiestress en ontevredenheid met de relatie. Dat is met name het geval als jaloezie intensieve of ziekelijke vormen aanneemt. Geschat wordt dat ongeveer één op de tien personen – honderdduizenden mensen in Nederland dus – last heeft van intensieve jaloezie (Marazziti et al., 2003). Intensieve jaloezie is iets anders dan ziekelijke jaloezie. Ziekelijke jaloezie heeft te maken met het voortdurend verkeerd inschatten van een situatie (men denkt dat er overspel is of dreigt, terwijl dat niet zo is) en lijkt de vorm te hebben van een waanidee. In het geval van intensieve jaloezie is er daarentegen wel degelijk een aanleiding, hoe klein ook. Mensen reageren daar alleen erg intens en fel op.
Hoeveel mensen er precies ziekelijk jaloers zijn in Nederland, is niet bekend. Schattingen zijn moeilijk te maken omdat slechts een deel van de mensen die er last van heeft, hulp zoekt voor ziekelijke jaloezie. Bovendien wordt ziekelijke jaloezie vaak behandeld in het kader van de behandeling van andere problemen, zoals een obssessief-compulsieve stoornis, depressie, borderlinestoornis, of schizofrenie.
Soorten conflicten
Met name ziekelijke jaloezie vormt de bron van verschillende negatieve vormen van communicatie en relatieconflicten. Praktisch elke sociale situatie waarin de partner zich begeeft en waarin iemand van de andere sekse aanwezig is (althans voor heteroseksuelen), wordt immers ervaren als een bedreiging voor de relatie. In mindere mate zal ook intensieve jaloezie tot conflicten leiden, al is het waarschijnlijk dat die meer incidenteel van aard zijn. Hieronder bespreek ik de belangrijkste soorten conflicten die het gevolg kunnen zijn van jaloezie.
Touwtrekken
Veel partners praten niet expliciet over de grenzen van hun relatie. Wat kan of mag wel of niet in hun relatie als het gaat om derden? Is het bijvoorbeeld ‘done’ om met een ander te flirten of met een ex contact te houden? Partners trekken wat dat betreft vaak hun eigen lijn. Ze doen wat ze denken dat redelijk is. Wat de ene partner redelijk vindt, kan de ander echter veel jaloezie bezorgen. Vaak ook vindt men het wel acceptabel dat men zelf iets doet (bijvoorbeeld met een ex sms’en) maar niet dat de partner datzelfde doet (met zijn/ haar ex sms’en). Praten partners wél over de grenzen van hun relatie, dan willen ze bovendien vaak niet ‘kinderachtig’ doen. Ze denken: ‘Ach, dat moet toch kunnen’ terwijl ze dat anders voelen. Doet de betreffende situatie zich dan werkelijk voor, dan ontstaat er toch jaloezie. Kortom, door een gebrek aan (goede) afspraken, kunnen er keer op keer ruzies ontstaan over bijvoorbeeld flirtgedrag of ander gedrag dat de ene partner ervaart als grensoverschrijdend en de ander niet.
Het kruisverhoor
Een jaloerse persoon heeft de neiging de partner uit te vragen over de jaloezie-situatie. ‘Waar ben je geweest? Met wie? Hoe was dat? Waar hebben jullie het over gehad? Hoe lang duurde dat? Hoe zag hij/zij eruit? Vind je hem/haar aantrekkelijk? Aantrekkelijker dan ik?’ Vaak stelt de jaloerse partner ook vragen die als doel hebben de behoefte aan bevestiging te bevredigen: ‘Vind je me nog wel aantrekkelijk? Ben ik echt de enige? Houd je nog wel van me? Blijf je altijd bij me?’ Een partner reageert hier doorgaans op door de jaloezie van de jaloerse persoon te temperen en door geruststellende en begripvolle antwoorden te geven (‘Je bent de enige voor mij, ik zie anderen absoluut niet staan, jij ziet er veel leuker uit, we hebben alleen maar gepraat over zaken, ik ben zo snel mogelijk weer thuis, ik zou er niet aan moeten denken om met hem/haar naar bed te gaan’ et cetera). De meeste jaloerse mensen laten zich daardoor wel kalmeren en daarmee is de kous vaak af. Heeft iemand echter last van intensieve of ziekelijke jaloezie, dan begint hij/zij vaak alweer snel opnieuw vragen te stellen. Men wordt toch weer onzeker over de trouw van de partner en, bovendien, bekrachtigt het geven van geruststellende antwoorden het jaloerse vraaggedrag. Het gevolg: partners raken gevangen in een oneindige keten van jaloerse vragen en geruststellende antwoorden. Beide partners raken vaak uitgeput en moedeloos van deze vorm van communiceren. De jaloerse persoon omdat deze zich nooit echt (langer dan eventjes) gerustgesteld voelt, en de partner omdat deze het gevoel heeft op eieren te moeten lopen en gewantrouwd te worden.
Het patroon van aandringen-terugtrekken
Sommige partners kunnen het niet (meer) opbrengen of hebben er geen zin in om in te gaan op jaloerse en achterdochtige vragen. Ze trekken zich terug achter krant of tv of lopen de deur uit als hun partner begint te vragen. Op zo’n moment kunnen stellen in het zogenaamde patroon van ‘aandringen-terugtrekken’ terechtkomen. De jaloerse persoon wil antwoord hebben en dringt aan: hij/zij gaat zeuren, drammen, huilen of schreeuwen. De partner trekt zich steeds verder terug, raakt geïrriteerd en denkt of zegt: ‘Laat me toch met rust, mens!’ Het patroon van aandringen-terugtrekken is een zeer destructieve manier van communiceren. Ook hier raken beide partners gefrustreerd. De jaloerse persoon omdat deze zich genegeerd voelt, en geen antwoorden krijgt op zijn/haar vragen, de partner omdat deze gek wordt van het ‘gezeur’. Uit onderzoek blijkt dat dit soort ruzies, als deze zich vaak voortdoen, de kans op een relatiebreuk aanzienlijk verhogen (Gottman & Levinson, 2000).
Emotionele chantage
Ziekelijk jaloerse mensen kunnen zich zo wanhopig en jaloers voelen dat ze hun partner emotioneel chanteren. Ze zeggen: ‘Als je echt van me houdt, blijf je thuis’, of: ‘Als je echt van me houdt, kijk je nooit meer naar een ander.’ Met dit soort manipulaties werken jaloerse mensen in op het schuldgevoel van hun partner. Geeft de partner toe, dan kan deze zich op den duur gevangen gaan voelen in de relatie. Hij/zij kan niet onbezwaard het sociale leven leiden dat hij/ zij wil. Geeft de partner niet toe, dan voelt hij/zij zich vaak toch bezwaard en schuldig als hij/zij bijvoorbeeld uitgaat of afspreekt met vrienden. Jaloerse mensen kunnen ook dreigen zichzelf iets aan te doen (‘Ik maak mezelf van kant als je bij me weggaat’, of: ‘Zonder jou kan ik net zo goed dood zijn’).
Schrikken partners daar in het begin nog van, na verloop van tijd komen ze er vaak wel achter dat het niet zo’n vaart loopt. Dat kan de ziekelijk jaloerse partner nog wanhopiger maken: hij/zij heeft het gevoel de grip op de partner steeds meer te verliezen.
Dreigementen en geweld
Jaloezie en mishandeling gaan vaak hand in hand. Zo blijkt uit onderzoek dat in 55% van de gevallen waarin mishandelde vrouwen hulp zoeken, de jaloezie van de partner het belangrijkste motief was voor de mishandeling (Dijkstra, 2010). In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat jaloerse mannen eerder agressief worden dan jaloerse vrouwen, en eerder bedreigingen en geweld gebruiken om het gevreesde vreemdgaan te voorkomen of bestraffen. Niet alleen de partner, maar ook de rivaal, dat wil zeggen de vermeende andere man of vrouw, kan daarbij het doelwit zijn. In een onderzoek dat dit illustreert, werden 47 jaloeziegerelateerde moorden onderzocht. Van die moorden waren er zestien gepleegd door jaloerse mannen die hun vrouw ombrachten, zeventien door jaloerse mannen die hun mannelijke rivaal vermoordden en negen door vrouwen die, uit zelfverdediging, hun jaloerse man doodden (Daly, Wilson & Weghorst, 1982). Jaloeziegerelateerd geweld is natuurlijk een ongezonde zaak. Toch vinden met name veel vrouwen het moeilijk om tijdig voor zichzelf op te komen en/of weg te gaan bij een ziekelijk jaloerse partner. Ze voelen zich vaak onterecht verantwoordelijk voor hun partner en zijn jaloezie.
De rol van internet
Jaloezie wordt doorgaans opgewekt doordat mensen een bedreiging ervaren voor het voortbestaan van de relatie met hun partner. Dat kan gaan om een grote en reële bedreiging: de partner gaat bijvoorbeeld vreemd. Maar ook meer onschuldige of ambigue situaties kunnen (ziekelijke) jaloezie opwekken, zoals een partner die enthousiast praat over een collega van de andere sekse, niet naar huis belt als het later wordt, of op internet kijkt naar een aantrekkelijke persoon. Met de komst van nieuwe communicatiemiddelen, zoals mobiele telefoon en internet, lijkt het scala aan jaloezieopwekkende situaties alleen maar toe te nemen. Een partner stuurt even een sms’je naar iemand, pleegt een chat of surft op internet naar plaatjes van mooie mensen – het is zo gedaan. Het conflict wordt daarbij vaak gevoed en versterkt doordat de partner in de verdediging schiet en het probleem relativeert. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat veel mensen die op internet flirten of (middels een webcam) cyberseks hebben, dit vergoelijken door te zeggen dat het geen ‘echte’ ontrouw betreft. Ze hebben immers geen lichamelijk contact met die ander (Schneider, 2003). Dus wat zeurt de partner nou? Het gevolg: de jaloerse persoon voelt zich onbegrepen en gefrustreerd en de jaloezie en achterdocht worden eerder sterker dan zwakker. Het kan leiden tot met name (nog meer) touwtrekken, kruisverhoren en het patroon van aandringen-terugtrekken, zoals hierboven beschreven.
Onderzoek naar de rol van internet in jaloezieopwekkende situaties is zeer schaars. Ondertussen krijgen we steeds meer behoefte aan kennis over het verband tussen internet en jaloezie. Geschat wordt dat, momenteel, in de vs, maar liefst eenderde van het aantal echtscheidingen op een of andere manier te maken heeft met internetactiviteiten van een van beide partners en de jaloezie die daar het gevolg van is (Mileham, 2007). Cijfers voor Nederland zijn nog niet bekend.
In een eigen, recent onderzoek (Dijkstra, Barelds & Groothof, 2010) heb ik geprobeerd meer te weten te komen over de rol van internet in jaloezie-opwekkende situaties. Het belangrijkste doel was om erachter te komen hoeveel jaloezie bepaalde internetactiviteiten van een partner nu precies opwekken, in vergelijking met andere sociale of seksuele activiteiten waar een partner zich mee in kan laten. Daartoe hebben we eerst een literatuuronderzoek gedaan naar alle activiteiten die jaloezie op kunnen wekken en die reeds door andere onderzoekers bestudeerd waren. We hebben deze aangevuld met sociale en seksuele situaties die met internet te maken hebben, zoals een partner die erotisch chat met iemand van de andere sekse, of cyberseks heeft met een ander. Dit resulteerde in een totaal van 42 jaloezieopwekkende situaties die we in een vragenlijst hebben opgenomen. We vroegen mensen in twee steekproeven van heteroseksuelen: ‘Hoe jaloers zou u zijn als uw partner het volgende zou doen?’ Dit werd gemeten op een 5-puntschaal (1 = niet jaloers, 5 = heel erg jaloers).
De gegevens hebben we geanalyseerd met behulp van een factoranalyse en daaruit rolden vier factoren (voor beide steekproeven). De vier clusters jaloezieopwekkende situaties waren de volgende:
- Verdachte situaties. Dit betreft situaties die geen directe ontrouw weergeven, maar wel als enigszins verdacht kunnen worden aangemerkt, zoals de partner die iemand van de andere sekse omarmt, met iemand van de andere sekse danst, et cetera.
- Ontrouw. Hieronder vallen situaties waarin de partner daadwerkelijk, offline, ontrouw pleegt, en bijvoorbeeld seks met een ander heeft, of verliefd is op een ander.
- Pornografie. Deze factor behelst situaties waarin de partner pornografische plaatjes en films bekijkt.
- Technologische ontrouw. Deze situaties hebben betrekking op internet en telefonie: een partner sms’t bijvoorbeeld met iemand van de andere sekse of zendt romantische e-mails naar een ander.
In Figuur 1 zijn, in grote lijnen, de resultaten weergegeven.
Uit Figuur 1 blijkt wel dat daadwerkelijke, fysieke ontrouw de meeste jaloezie opwekt. Op plaats twee echter zien we technologische ontrouw staan. Ook al is er geen mogelijkheid tot daadwerkelijk lichamelijk contact, toch wekken dit soort situaties dus meer jaloezie op dan verdacht gedrag waarin mensen elkaar wel echt kunnen aanraken (bijvoorbeeld elkaar een knuffel kunnen geven). Alhoewel in deze Figuur vrouwen in het algemeen jaloerser lijken te scoren dan mannen, gold dat alleen voor oudere vrouwen. Jonge vrouwen scoorden alleen hoger (net zoals oudere vrouwen) op de factor technologische ontrouw. Het feit dat vooral vrouwen jaloers worden als hun partner zich inlaat met communicatietechologie, kan daaraan liggen dat vrouwen in het algemeen slechtere computervaardigheden hebben dan mannen. Zo zei in 2006 nog 62% van de Nederlandse vrouwen maar weinig tot geen computervaardigheden te hebben, tegenover 48% van de mannen (cbs, 2006). Vrouwen kunnen zich daardoor onzekerder voelen als hun partner achter de computer zit (‘Wat vreet hij daar toch uit?’) wat jaloezie in de hand kan werken.
Kortom, de nieuwe technologie – internet, mobiele telefonie – lijkt een belangrijke bron te vormen voor jaloezie en daarmee een nieuw onderwerp in de jaloezie-gerelateerde conflicten tussen partners.
Conclusie
Met dit betoog heb ik geprobeerd een overzicht te geven van het soort conflicten dat het gevolg kan zijn van (ziekelijke) jaloezie en de rol die internet daarin kan spelen. Nieuwe uitdagingen liggen met name in de hoek van het ontwikkelen van effectieve interventies voor stellen die jaloezie en conflicten ervaren als gevolg van internetactiviteiten en virtuele ontrouw. Therapiemodellen hiervoor staan namelijk nog maar in de kinderschoenen (Millner, 2008), en dat terwijl algemeen erkend wordt dat jaloezie en relatieproblemen die het gevolg zijn van ontrouw, toch al relatief moeilijk te behandelen zijn (Whisman, Dixon & Johnson, 1997).
Summary
Jealousy as a source of relationships conflicts
P. Dijkstra
Especially when jealousy is perceived by the partner as irrational, or becomes pathological in nature, jealousy may become the source of relationship conflicts. In the first part of this article, the types of conflicts are discussed that may result from jealousy in the relationship between partners. In the second part of the article, the role of internet in the evocation of jealousy and the relationship conflicts that result from it, are discussed. Internet is a highly relevant topic in jealousy research since an increasingly number of relationship problems result from internet-related infidelity, jealousy and conflicts.
Over de auteur
Mw dr. P. Dijkstra is werkzaam als zelfstandig schrijver, adviseur, onderzoeker en docent.
Literatuur
- Buss, D.M., & Shackelford, T.K. (1997). From vigilance to violence: mate retention tactics in married couples. Journal of Personality and Social Psychology, 72, 346-361.
- Centraal Bureau van de Statistiek (2006). De digitale economie. Voorburg: CBs.
- Daly, M., Wilson, M.I. & Weghorst, S.J. (1982). Male sexual jealousy. Ethology & Sociobiology, 3, 11-27.
- Dijkstra, P. (2010). Omgaan met ziekelijke jaloezie (herziene druk). Houten: Bohn, Stafleu & van Loghum.
- Dijkstra, P., Barelds, D.P.H. & Groothof, H.A.K. (2010). An inventory and update of jealousy-evoking partner behaviors in modern society. Clinical Psychology and Psychotherapy, 17, 329-345.
- Dijkstra, P. & Buunk, B.P. (1998). Jealousy as a function of rival characteristics. An evolutionary perspective. Personality and Social Psychology Bulletin, 24, 1158- 1166.
- Gottman, J.M. & Levinson, R.W. (2000). The timing of divorce. Predicting when a couple will divorce over a 14-year period. Journal of Marriage & the Family, 62, 737-745.
- Mathes, E.W. (1986). Jealousy and romantic love. A longitudinal study. Psychological Reports, 58, 885-886.
- Marazziti, D., Di Nasso, E., Masala, I., Baroni, S., Abelli, M., Mengali, F., Mungai, F. & Rucci, P. (2003). Normal and obsessional jealousy. A study of a population of young adults. European Psychiatry, 18, 106-111.
- Mileham, B.L.A. (2007). Online infi delity in Internet chat rooms. An ethnographic exploration. Computers in Human Behavior, 23, 11-31.
- Millner, V.S. (2008). Internet infi delity. A case of intimacy with detachment. The Family Journal, 16, 78-82.
- Parrott, G.W. & Smith, R.H. (1993). Distinguishing the experiences of envy and jealousy. Journal of Personality and Social Psychology, 64, 906 920.
- Schneider, J.P. (2003). The impact of compulsive cybersex behaviours on the family. Sexual and Relationship Therapy, 18, 329-354.
- Whisman, M.A., Dixon, A.E. & Johnson, B. (1997). Therapists’ perspectives of couple problems and treatment issues in couple therapy. Journal of Family Psychology, 11, 361-366.