Op het moment verschijnen er elke maand weer verschillende nieuwe boeken over mindfulness. Het onderwerp geniet blijkbaar een grote belangstelling, maar de reden daarvan is een beetje een mysterie. Berrie Gerrits ging op zoek naar een antwoord bij het congres Mindfulness voor ouders en kinderen in Amsterdam.
Mindfulness in het algemeen, en mindfulness bij kinderen in het bijzonder, mag zich in een toenemende belangstelling verheugen. Het is zeker niet overdreven te stellen dat er sprake is van een hype onder collega-psychologen. Waarin ligt nu de oorzaak van deze belangstelling? Heeft het er misschien mee te maken dat de ‘care as usual’ in de jeugdzorg nu eenmaal niet bijster effectief te noemen is? Immers, nieuwere en door universiteiten ontwikkelde geprotocoliseerde behandelingen kunnen volgens Weisz et al. (2006) bogen op een aanzienlijk grotere effectsize dan de ‘care as usual’. Mindfulness is ook een geprotocoliseerde behandeling, maar is er bij mindfulness ook een grotere effectsize? Van studies bij volwassenen weten we dat mindfulness veelbelovend is (Warmenhoven, 2009). Uit een recente review van Burke (2010) komt echter naar voren dat bij kinderen en adolescenten het aantal onderzoeken nog schaars is. Er werden vijftien onderzoeken gevonden en de kwaliteit daarvan laat op dit moment nog te wensen over. Zo wordt er vaak gebruik gemaakt van subjectieve uitkomstmaten in plaats van bijvoorbeeld neuropsychologisch testmateriaal en is er slechts incidenteel sprake van random toewijzing aan behandel- of controleconditie. Niet bepaald een situatie die een hype rechtvaardigt. De toch van oudsher kritisch ingestelde psycholoog lijkt bij de beoordeling van mindfulness vergeten zijn roze bril af te zetten. Er is dus iets merkwaardigs aan de hand. Merkwaardig ook, omdat een andere geprotocoleerde behandeling, zoals neurofeedback, een aanmerkelijk koelere ontvangst heeft gehad bij vakgenoten.
Preliminair
Op zoek naar aanknopingspunten die dit mysterie zouden kunnen ontrafelen bezocht ik op 31 maart 2010 het congres Mindfulness voor ouders en kinderen, niet in de laatste plaats aangetrokken door de wervende teksten als ‘Wetenschappelijke achtergronden en resultaten van effectonderzoek’ en ‘Praktische workshops en trainingen’. Zou er dan toch meer wetenschappelijke steun zijn dan gedacht en zou de bezoeker dan straks met een gerustgesteld wetenschappelijk geweten lekker concreet aan de slag kunnen gaan met kinderen?
De dag begon niet al te best. Door treinstoring moest het eerste gedeelte van het congres, de gemeenschappelijke mindfulnessmeditatie, gemist worden. Bij binnenkomst hing er een positieve sfeer, de meditatie had zijn uitwerking niet gemist. Ik was blij dat ik zelf op perron 4b de bodyscan had gedaan, anders had ik natuurlijk nooit meer kunnen aanhaken die dag.
De key-note speaker, dr. Singh, gaf een indrukwekkende presentatie, niet zozeer qua wetenschappelijke inhoud – een drietal piepkleine ongecontroleerde studies is mager te noemen – maar wel qua wijze van presenteren. Hier was duidelijk een zeer ervaren trainer en begenadigd spreker aan het woord. De ochtend was nog lang, de wetenschap zou later wellicht aan bod komen. In haar bijdrage deelde hoogleraar Susan Bögels van de UvA de nog schaarse data van haar onderzoek naar mindfull parenting met ons. Helaas vooral ‘preliminary results’ en in die zin weinig toevoegingen ten opzichte van haar presentatie tijdens de opening van het Han Fortman Centrum voor Mindfulness in 2009 (Warmenhoven, 2009). De volgende spreekster moest verstek laten gaan waardoor de powerpoint, ditmaal van het project dat de UvA samen met Mindfull Kids heeft opgezet, ook door Susan Bögels moest worden verzorgd. Ook hier weer preliminary data. Het wetenschappelijke gedeelte zat er nu toch echt op.
Gimmick
Nadat ik mijn teleurstelling over de ochtend onder ogen had gezien en weer had losgelaten, begaf ik mij na de lunch naar de eerste workshopronde door Van der Oord en Peijnenburg. Als gimmick hadden zij bedacht om bij hun presentatie over de Mindfulness voor Kids net te doen of de toehoorders de kinderen waren en zij de therapeuten. Leuk voor vijf minuten, maar een gimmick van vijf kwartier was wat erg veel van het goede en deed de bezoeker meermaals de toevlucht zoeken in een ‘adempauze’. De presentatie gaf overigens een aardige inkijk in de werkwijze van de trainers. Opmerkelijk is dat in het programma voor de kinderen het stuk mindfulness een zeer bescheiden rol inneemt, een welhaast homeopatische rol zou je kunnen zeggen. Leuk en leerzaam was de tip om niet met zitkussentje te werken, omdat deze als handzame projectielen gebruikt kunnen worden door de kids die nog niet zo mindful zijn. De tweede workshop over Mindful Parenting van Hellemans was degelijk, zonder pretenties, goed voorbereid en had geen gimmick nodig. Hellemans gaf inzicht in haar draaiboek en legde waar nodig verbanden met de literatuur, gewoon prima gedaan.
Wat leverde de dag nu op? Het mysterie blijft vooralsnog onopgelost. Het congres voldeed niet aan de verwachtingen die de wervingsteksten hadden gewekt, maar het kan zijn dat het bezoeken van andere workshops tot een andere mening geleid zoud hebben. Natuurlijk is en blijft het goed dat er langs deze weg meer aandacht komt voor mindfulness en dat een universiteit onderzoek doet en stimuleert, maar het was beter geweest als de onderzoekers wat langer hadden gewacht en meer hadden kunnen presenteren dan de huidige flinterdunne data. Het is de taak van een universiteit om een hype van kritisch commentaar te voorzien en juist dit werd node gemist die dag. En hoe zit het nu met het mysterie van de hype? Heeft het dan misschien te maken met een ontluikend terugverlangen naar rituelen (klankbelletjes, zitkussentjes, kaarsjes aan)? Ik laat het woord graag aan de cultuur- & godsdienstpsychologen!
Drs. B.J.L. Gerrits, Psychotherapeut big, is werkzaam in een eigen praktijk. Sinds 2001 integreert hij mindfulness in zijn dagelijks leven. Hij is via de rino Zuid opgeleid als mindfulness trainer.
Literatuur
- Burke, C. (2010) Mindfulness based approaches with children and adolescents: a pre-liminary review of current research in an emergent field. Journal of Child and Family Studies, 19,133-144, DOI 10.1007/ s10826-009-9282-x
- Warmenhoven, F.C. (2009). Mindfulness. Maandblad Geestelijke volksgezondheid, 64, 1125-1127.
- Weisz, J.R., Jensen Doss, A., & Hawley, K.M. (2006). Evidence-based youth psychotherapies versus usual clinical care: a meta-analysis of direct comparisons. American Psychologist, 61, 671-689.