Lees verder
Help, de psycholoog verzuipt!. Door Frits Bosch (2019). Culemborg: Stichting Beroepseer, 278 p.
Karel Soudijn

In dit boek wisselen drie soorten teksten elkaar af: autobiografie, casuïstiek en politiek pamflet. De autobiografie maakt niet precies duidelijk wanneer Frits Bosch werd geboren, maar uit de tekst valt op te maken dat dit omstreeks 1952 moet zijn geweest. Hij studeert klinische psychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en doet in 1978 zijn doctoraalexamen. In 1980 opent hij samen met een collega een eerstelijnspraktijk, gevestigd op een zolder in Haarlem. Met een ziekenfonds wordt het tarief afgesproken: veertig gulden per consult, met een maximum van vijf per jaar. Cliënten betalen een eigen bijdrage van tien gulden. Wie meer hulp nodig heeft, betaalt een uurtarief naar inkomen. Bosch beschrijft beeldend hoe op die zolder het contact met zijn eerste cliënt verliep. Al in de tweede zitting wordt duidelijk dat behandeling zinloos is. De cliënt zegt dat ze er helemaal zenuwachtig van wordt. Ze stopt. In een terugblik schrijft Bosch hierover, dat hij later pas begreep dat succes van een behandeling sterk afhangt van de motivatie van cliënten.

Dit boek staat vol met voorbeelden van behandelingen die Bosch in de loop der jaren uitvoerde. De casuïstiek toont een brede variatie aan klachten, maar suggereert ook dat kortdurende behandelingen vaak wél succesvol zijn. In dit boek lijken interventies gebaseerd op gezond verstand en simpele verleidingstechnieken, maar Bosch keert zich tegen de opvatting dat vrijwel iedereen wel geschikt is als hulpverlener. Hij laat doorschemeren dat hij in de loop der tijd zelf behoorlijk veel tijd besteedde aan bijscholing. Lezers worden al snel geconfronteerd met de grote paradox: de gereedschapskist behoort een flink aantal technieken te bevatten, maar behandelingen moeten het volgens Bosch vooral hebben van motivatie en van wederzijds vertrouwen.

In de Nederlandse psychologenwereld heeft Bosch naam gemaakt als lobbyist. Hij besteedde naast zijn gewone praktijk veel tijd aan verbetering van de maatschappelijke positie van de vrijgevestigde eerstelijnspsycholoog. Politieke strijd kleurt dit boek. De enthousiaste (maar soms overwerkte) hulpverlener trekt van leer tegen zorgverzekeraars en andere gevestigde machten. Vooral Edith Schippers krijgt er van langs, de VVD-er die van 2010 tot 2017 minister van VWS was. Haar maatregelen om wachtlijsten in de gezondheidszorg te verkorten, pakten averechts uit. Bezuinigingsmaatregelen maakten de zorg alleen maar duurder. In ruimere zin keert Bosch zich tegen de tendens om de gezondheidszorg te verbeteren via protocollen en standaardisering. Volgens hem is dit heilloos. Motivatie en onderling vertrouwen laten zich niet in regels persen.

Dit vlot leesbare boek kent een romantische ondertoon. De ideale psycholoog werkt kleinschalig. De rol van een psycholoog is te vergelijken met die van een schaker. Sommige situaties komen vaker voor. Die lijken ‘standaard’ en kunnen worden benaderd met regels die in het verleden succesvol waren. Maar de kunst is vooral om te reageren op onverwachte zetten. Wie teveel nadruk legt op standaardsituaties, staat al snel op verlies. En verder is eerstelijnspsychologie een vat vol tegenstrijdigheden: zorg dat je cliënt zo snel mogelijk wegblijft!