De hoofdpersoon van de televisiedocumentaire Max, een leven in tbs heeft ruim dertien jaar vastgezeten en is in 2015 eindelijk ontslagen uit de tbskliniek. Hij heeft gezeten voor zedendelicten die hij zegt niet te hebben begaan: een volwassen vrouw betasten en een achtjarige jongen bedreigen met misbruik.
De inmiddels 35-jarige Max is een ontkennende veroordeelde, zoals er meer zijn in tbs. Het is een lastige groep; omdat ze hun delict ontkennen, kunnen ze daarvoor niet worden behandeld. Binnen tbsklinieken weet men er niet goed raad mee.
De zaak van Max is schrijnend. Want als hij bekend had, zou hij voor de delicten ten hoogste acht jaar krijgen. Dan had hij na zo’n vier, vijf jaar weer buiten gestaan. In zijn geval zou hij waarschijnlijk zelfs minder hebben gekregen, want hij was pas zeventien bij zijn arrestatie en er zijn verzachtende omstandigheden. Bovendien is het bij Max de vraag of het om tbswaardige delicten gaat.
Toch blijft Max vast zitten, zonder op verlof te mogen. Na negen jaar tbs zegt hij tegen een rechter dat hij al meer dan twee keer langer heeft vastgezeten als de maximumstraf voor zijn delict, terwijl ‘grote namen’ als Volkert van der G. en Benno L. alweer met verlof mogen.
Hoe kan dit? Gaandeweg wordt duidelijk dat Max behoorlijk irritant kan zijn. Hij doet in de kliniek alles wat verboden is: rommelen met drugs, vechten met medegedetineerden, relaties aangaan met therapeuten, hij vlucht zelfs een keer. Voor zijn behandelaren allemaal bevestiging van zijn antisociale gedrag. ‘Ik heb van alles gedaan,’ geeft hij toe, ‘behalve die misdaad.’
Schrijnend en fascinerend is de documentaire. En geestig. Vooral als Max zijn ontsnapping naspeelt en er smakelijk over vertelt. Hij zet daarmee veel op het spel en wordt al snel weer opgepakt. Toch had en heeft hij er geen spijt van. ‘Ik heb intens genoten van elke seconde.’