Comfort rooms. Troostrijke eilandjes in de vaak hectische omgeving van een psychiatrische instelling moeten het zijn. Ggz-instelling Mediant probeert er het aantal separaties mee terug te brengen. Weten dat je ernaartoe kunt gaan, is soms al genoeg.
Hotels hebben al langer comfort rooms, de duurdere, luxe kamers. Sinds enkele jaren beschikken sommige psychiatrische instellingen er ook over, maar daar dienen ze een noodzakelijker doel: boze, onrustige of angstige patiënten kunnen zich er vrijwillig in terugtrekken. Ze zijn geen alternatief voor de separeercel, maar moeten separaties of andere vrijheidsbeperkende maatregelen voorkomen. De Twentse ggz-instelling Mediant richtte er als eerste instelling in Nederland een in; een rustige en prettig ingerichte ruimte met dekens, knuffels, een luie stoel, mooie verlichting, met lekkere geuren en rustgevende geluiden.
We spreken met een aantal medewerkers van Mediant over het gebruik van de kamers en over hoe het idee is ontstaan. En omdat we het natuurlijk ook zelf willen zien, brengen we een bezoek aan de eerste van de vijf comfort rooms waarover Mediant beschikt. Wynand Koekkoek, die als projectleider ‘terugdringen Dwang en Drang’ verantwoordelijk is voor de comfort rooms, gaat mee. Vanuit het hoofdgebouw lopen we over het terrein naar een ander gebouw waarin de afdeling Psychosebehandeling is gevestigd. Bij de ingang hangt een rieten krans aan de muur en staat een vogelhuisje met een nepvogeltje erop. Deze objecten, rechtstreeks uit het tuincentrum afkomstig, moeten het gebouw een iets huiselijker aanzien geven, legt Koekkoek uit. Binnen wijst hij ook op de ideeënbus waarvan cliënten gebruik kunnen maken. Verder in de gang hangt een muur vol schilderijen die gezamenlijk door cliënten en personeel zijn gemaakt.
Achter in de ruime hal, tegenover de verpleegpost, komen we bij de speciale rustgevende kamer. De ruimte is klein, ongeveer drie bij drie, en staat vol spullen. In de hoek staat een bordeauxrode oude fauteuil, pal ertegenaan ligt een driehoekig donkerblauw matras met wat opgevouwen witte dekens en een paar kussens erop. Op de grond een felgroene bigboy. In een oude Ikea-kast staat een dvd-speler met wat losse dvd’s ervoor waar ‘rustgevende programma’s’ op staan. In de hoek achter een felgroen gordijn een wastafeltje. De meubels zijn bij elkaar gesprokkeld en passen niet per se bij elkaar. Alle afdelingen die over een comfort room beschikken, mogen de ruimte zelf inrichten. Wel hebben ze allemaal de speciaal voor comfort rooms ontwikkelde verlichting. De bezoeker kan een lamp in een bepaalde kleur laten branden, maar er zijn ook speciale effecten, zoals de gekleurde rondjes die op een muur worden geprojecteerd of het licht dat de hele kamer in een blauwe zeegloed zet, de lamp vibreert op het plafond, zodat we ons een beetje in een tekenfilm onder water wanen. Verder staat er een geurmachine, maar die is waarschijnlijk leeg, want we ruiken niets.
Alles bij elkaar valt de ruimte een beetje tegen, we voelen ons er niet speciaal door omarmd. Stilletjes vragen we ons af: is dit nu het geheim van Mediant? Wordt hierdoor echt het aantal separaties teruggedrongen?
Het idee alleen al…
‘Niet iedereen zal het even mooi vinden’, had ervaringswerker Peter Pierink al gezegd. Maar het werkt wel, verzekerde Koekkoek ons daarop. Want het aantal separaties is daadwerkelijk gedaald sinds de rustgevende kamers er zijn. Verder zeggen cliënten zelf dat ze er rustig van worden. Er zijn zelfs cliënten die thuis wonen en soms terugkomen om even wat tijd in de comfort room te kunnen doorbrengen. Als ze daarin een uurtje tot rust zijn gekomen, kunnen ze het leven weer aan.
De kamer kan ook worden gebruikt om rustig een gesprek te voeren tussen een medewerker en een cliënt.
Verder is alleen het idee van zo’n kamer al heilzaam, vertelt Pierink. ‘Je hoeft er niet per se te zitten, als je weet dat je ernaartoe kunt gaan, is dat soms genoeg.’ Binnen een instelling zijn er verder niet veel mogelijkheden om je terug te trekken.
Essentieel is dat de kamer niet op zichzelf staat, het vormt een middel om te komen tot een cliëntvriendelijkere cultuur. Daar was het overigens een paar jaar geleden wel mee begonnen.
Separeren voor niemand leuk
In 2005 bezochten een psychiater en een afdelingshoofd van Mediant in de VS een congres waar ze voor het eerst over de comfort room hoorden vertellen. Instellingen die zo’n ruimte inrichtten, zouden daarmee veel dwangmaatregelen kunnen voorkomen. Van die dwangmaatregelen wilden de medewerkers zelf ook af. Omdat ze zelf vonden dat separeren niet meer kon, vanwege de negatieve berichten over separeren in de pers en ook omdat ggz Nederland er zich hard voor maakte drang- en dwangmaatregelen terug te dringen. Separeren is voor niemand leuk, maar vaak ontbraken de middelen om het anders te doen. De comfort room leek daarom zo veelbelovend.
Terug in Nederland werkten de Mediant-medewerkers de ideeën over de comfort room uit tot een plan voor de eigen instelling en daarna ging een delegatie van Mediant op werkbezoek in de VS. Het team maakte er onder meer kennis met Maggie Bennington-Davis, de grondlegger van de comfort room en men leerde dat je er met het inrichten van een rustgevende kamer niet bent. Samen met Murphy ontwikkelde Bennington het ‘Engagement’-model dat uitgangspunt vormt voor een andere, meer cliëntvriendelijke cultuur (zie kader). De comfort room is binnen zo’n cultuur slechts een instrument om het aantal separaties terug te dringen. Maar het is wel een essentieel instrument. Bij de verdere uitwerking van de plannen voor Mediant ging men nu ook van dat engagementmodel uit.
Lange adem
Inmiddels zijn we een aantal jaar verder. De psychiater is bij de instelling weg, het afdelingshoofd werkt op een andere afdeling en is niet meer actief bij het project betrokken. Daarom, en ook om de aanpak te verbreden, is hoofd stafafdeling Kwaliteit, Wynand Koekkoek, nu verantwoordelijk voor het project. Er zijn inmiddels vijf comfort rooms ingericht, twee staan gepland en aan de cultuur wordt nog altijd gewerkt. Want een cultuurverandering vergt een lange adem. Via cursussen kunnen wel nieuwe vaardigheden en inzichten worden overgedragen, maar het belangrijkste moet werkenderwijs gebeuren, door de manier waarop behandelaren, therapeuten, verpleging en cliënten met elkaar omgaan.
Bij het gesprek is behalve Koekkoek ook Pierink aanwezig en dat is alvast een signaal dat er dingen aan het veranderen zijn. Pierink is voormalig cliënt van de instelling, en nu, acht jaar na zijn laatste opname, werkt hij als ervaringswerker in de instelling mee. In Nederland zijn ervaringswerkers nog een zeldzaamheid. Ze hebben bovendien geen eenduidige werkwijze. Pierink draait mee in het team, vooral om de belangen van de cliënten te behartigen en hij richt zich speciaal op het terugdringen van de drang en dwang. Nu doet hij dat nog vrijwillig, maar binnenkort hoopt hij een aanstelling te krijgen. Andere ervaringswerkers binnen dezelfde instelling werken op een andere manier.
Angst voor iedereen
Uitgangspunt van de nieuwe cultuur is dat zorg veilig, respectvol en humaan moet zijn. Separeren maakt de sfeer onaangenaam. Het gaat altijd gepaard met angst voor beide partijen. De verpleegkundigen moeten met veel zijn om iemand te overmeesteren en voor hen is het spannend, maar ook voor cliënten brengt het veel angst met zich mee.
‘In het verleden werden cliënten vaak gesepareerd zonder dat ze zelf begrepen waarom. Ook de medecliënten begrepen het niet’, legt Pierink uit. ‘Dan druppelde de verpleegpost vol met personen en dan vroegen we ons altijd af: wie gaat er nu weer gesepareerd worden? Daar werden we onrustig van.’
Koekkoek belicht de andere kant: ‘In de psychiatrie worden ook mensen opgenomen die antisociaal zijn. Bij binnenkomst zeiden we tegen zo’n cliënt: we weten dat je wat moeilijk bent, maar ook jij moet je aan deze regels houden. Maar iemand met een antisociale persoonlijkheidsstructuur gaat dan aan die regels knagen. Daar kunnen verplegers niets mee en zij willen daarom al snel tot separatie overgaan. Eigenlijk werd het zo als een soort straf gebruikt, we hopen dat het nu niet meer gebeurt.’ Ze werden echter ook gedreven door angst. Koekkoek: ‘Sommige cliënten waren zo angstig, dat wij er weer bang van werden. Want dan zag hij ons als bron van zijn angsten en daar werd hij agressief van. Op die momenten was het toedienen van extra medicatie niet bespreekbaar, dus moest er gesepareerd worden.’
Door een goede, respectvolle bejegening is het aantal separaties omlaag te brengen, legt Pierink uit. Maar dat vraagt veel van de organisatie en het personeel. ‘Als er spanning ontstaat en je blijft in gesprek, dan kun je die spanning vaak weer ombuigen voor het gaat escaleren. Ik heb laatst met iemand gepraat, hij had zijn kamer al verbouwd, maar toen ik luisterde en hij zijn verhaal kwijt kon, werd hij weer rustig. Had ik dat niet gedaan, dan was het uiteindelijk in een separatie geëindigd.’
Normaal doen
Het zijn vaak kleine dingen waardoor de spanning bij cliënten ontstaat. Bureaucratie van verpleegkundigen zorgt voor veel ongenoegen. Een patiënt zou bijvoorbeeld gesprekken krijgen met een psycholoog, maar na maanden lukt het niet om een psycholoog te regelen. Of als een hulpverlener zegt om tien uur op de afdeling te zijn en hij komt pas om vijf uur. Zulke kleine dingen dragen eraan bij dat het mis gaat.
En dus kan een respectvollere cultuur veel problemen voorkomen. Eigenlijk gaat het erom dat het personeel normaal omgaat met de cliënten, vindt Pierink. De ‘professionele houding’ die veel medewerkers aannemen, zouden ze wel een beetje mogen afleren, want die wordt als afstandelijk en aanmatigend ervaren. Koekkoek: ‘Het meest absurde dat we met verpleegkundigen hebben gedaan is ze “een analyse laten maken van zorgbehoeftes van de zorgvrager”. Zo praat je toch niet over mensen? Ik heb zelf nog bijgedragen aan die zogenaamde professionalisering van de hulpverlener, maar daar gaat het dus fout.’
En die badges dan?
Hoe dan wel? Er moet een andere sfeer ontstaan en dat doe je door er met elkaar over te praten, door medewerkers naar cursussen te laten gaan. En door kleine ingrepen door te voeren. Door de hiërarchie te verminderen. Er zijn afdelingsvergaderingen ingesteld waarin cliënten hun ei kwijt kunnen, waar over de sfeer wordt gepraat, hoe er met elkaar wordt omgegaan, over de dingen die stuk gaan op de afdeling en wat er verder voor problemen zijn.
Daarnaast kan de opname beter. Nieuwe cliënten zouden op een meer hotelachtige manier kunnen worden ontvangen en niet als lastposten die eerst maar eens in de separeer moeten afkoelen. Verder is er aandacht voor de inrichting van de afdelingen en zijn er de comfort rooms.
Er moeten doelen worden gesteld die vervolgens meetbaar worden gemaakt, stelt Koekkoek. Het aantal separaties terugdringen is er een van. Daarnaast wordt ook onderzoek gedaan om na te gaan of de nieuwe cultuur het gewenste effect heeft.
Bij het afscheid wijs ik nog naar de badges die personeelsleden op een afdeling dragen. Moeten die dan niet gelijk worden afgeschaft? Want daarmee wordt onderscheid gemaakt, het zal de hiërarchie wel bevorderen. Koekkoek schudt zijn hoofd. Die badges zijn nu juist ingevoerd op verzoek van de cliënten. Want die klaagden erover dat ze niet konden zien wie ze aan konden spreken als zij of hun bezoek op de afdeling kwamen. Nu wordt de badge bij wijze van proef gedragen. Bevalt het, dan wordt het ook elders ingevoerd. En dat is nu precies waarom je beter kunt luisteren naar de cliënten en het niet zelf moet willen bedenken.