‘Ik wist niet wat ik wilde gaan studeren en ben daarom eerst een half jaar in een magazijn gaan werken. Maar na het lezen van een stukje over sociale psychologie in Psychologie Magazine wist ik dat ik dat wilde studeren. Ik ben naar de vu gegaan. Het eerste jaar vond ik leuk, je maakte kennis met alle richtingen en kon zo je eigen voorkeuren ontdekken.
Persoonlijkheidspsychologie en sociale psychologie interesseerden me, ik volgde ook een vak bij bewegingswetenschappen. Alleen statistiek was niet zo aan mij besteed.
Vooral door de positieve psychologie werd ik getroffen. Zonder de realiteit uit het oog te verliezen, kun je maar beter focussen op het positieve. Ik wil mensen helpen, niet vanuit een blik van wat er mis is, maar vooral door naar de mogelijkheden te kijken. Daarom ook beviel sportpsychologie me. Vooral een gastcollege van Jan Huijbers maakte indruk. Hij is een van de eerste sportpsychologen in Nederland en had net een boek geschreven over mbti (een systematiek om de verschillen in persoonlijkheid van mensen te classificeren). Ik weet dat je het met een korreltje zout moet nemen, je kunt het beter niet als selectiemiddel gebruiken, maar als hulpmiddel is het wel bruikbaar. Ik vind het heel interessant.
Later ben ik me blijven richten op wat me interesseert, ik doe de vrije variant en heb vakken binnen sociale psychologie, a&o en bij sociologie gevolgd en ik vond Psychodiagnostiek van kinderen en adolescenten interessant. Wat ik met mijn studie wil? Dat weet ik nog niet precies. Ik vind het in ieder geval leuk om mensen te coachen. Voor mijn stage bij Stichting Emergo begeleid ik leerlingen bij het maken van hun studiekeuze. Zoals een meisje dat dolgraag klinische psychologie zou willen doen, maar wist dat de arbeidsmarkt niet florissant is. Het is goed om realistisch te zijn, maar als het je passie is, moet je ervoor gaan.
Als master heb ik ook voor de vrije variant gekozen. Ik blijf me breed oriënteren. Ik ben ook met veel verschillende dingen bezig. Maar het kost moeite me ertoe te zetten om echt af te studeren. Ik kan anderen wel motiveren, maar heb soms moeite met mezelf te motiveren. Ik raak steeds weer enthousiast van nieuwe dingen. Maar nu gaat het me lukken, mijn afstudeerdatum staat al vast.’