‘Ik werkte bij een bank, maar dat werd steeds commerciëler. Ik begon als adviseur, op het laatst was ik vooral verkoper. Dat beviel me niet. Ik had een module bij de Open Universiteit gedaan, inleiding in de psychologie, iets wat me erg interesseerde, maar stoppen met werken wilde ik niet.
Ik kreeg twee kinderen, van wie de tweede iets meer zorg nodig had. Toen moest ik wel stoppen met mijn werk. Ik ben gelijk met de studie aan de OU verdergegaan. Ik was niet gewend om te studeren, maar het ging goed. Ik vond alles interessant, vooral Gezondheidspsychologie, wat ook mijn afstudeerrichting is.
Tegen de statistiekvakken zag ik aanvankelijk erg op, maar ik blijk er best goed in te zijn. Destijds kregen we statistiek I, een vak waarin allerlei berekeningen met de hand moesten worden uitgevoerd. Daar stonden twee maanden voor, ik deed er vier maanden over, maar ik haalde wel een negen. Dat is typerend voor mij. Een andere opvallende ervaring: op een avond om tien uur klapte ik mijn boek dicht. Ik begreep het helemaal niet meer. De volgende ochtend ging ik ermee verder en toen snapte ik het ineens wel. Zo werkt het dus, dacht ik. Vanaf dat moment wist ik dat het me wel zou lukken.
Toen mijn kinderen nog jong waren, studeerde ik letterlijk tijdens de slaapjes. Ik benutte al mijn tijd, was heel gedisciplineerd. Maar ik vond het ook zo leuk. Alles bij elkaar heb ik er zeven jaar over gedaan.
Ik heb stage gelopen bij een verpleeghuis. Mijn scriptie ging over invloed van familie op depressie- en angstklachten bij verpleeghuisbewoners met dementie. Mijn bachelorthesis ging over de effectiviteit van angstcommunicatie in de bestrijding van overgewicht. Ik haalde er een negen voor en heb het opgestuurd voor een wedstrijd van de Vereniging van de Universiteiten. Tot mijn verrassing werd ik uitgekozen. Ik mocht mijn poster presenteren op een congres waar 65 onderzoeken werden gepresenteerd. Ik heb hulp gekregen van de OU, ze hebben de poster gedrukt.
Ik heb aanvankelijk nog overwogen om naar een gewone universiteit te gaan, omdat die toch een betere naam hebben. Maar dat had ik niet gered, niet flexibel genoeg. Achteraf ben ik heel blij en tevreden met mijn studie aan de OU.’