Lees verder
Bang vogeltje: leven met een angststoornis. Door Michelle Trines (2021). Soesterberg: Uitgeverij Aspekt, 129 p.
Karel Soudijn

De rollen zijn mooi verdeeld. Vroeger schreven psychotherapeuten boeken vol over hun cliënten; tegenwoordig lijken ze te worden ingehaald door cliënten die boeken schrijven over zichzelf en over hun therapeuten. Michelle Trines past in de tweede categorie. Ze rondde een studie journalistiek af en volgt nu een opleiding tot maatschappelijk werker. Ze vertelt gedetailleerd hoe haar leven werd ontwricht door een angststoornis die gepaard ging met heftige aanvallen van paniek en met uitputtende pogingen om alles in haar lijf en leven onder controle te houden. Studeren wordt bijna onmogelijk, al heeft de opleiding journalistiek wel als voordeel dat zij weet hoe je informatie op internet vindt en hoe je korte interviews kunt houden. Informatie van elders weeft zij daardoor op leesbare wijze door het beknopte verhaal van haar eigen leven. Haar angststoornis begint klein, maar groeit in korte tijd uit tot onbeheersbaar.

We maken haar ziektegeschiedenis mee van haar negentiende tot haar vierentwintigste. Een stage breekt ze voortijdig af, ook het sociale leven loopt vast.

En de professionele hulpverlening? Na een reeks sessies met een praktijkondersteuner van de huisarts voelt Michelle zich uitstekend, maar de vreugde is slechts van korte duur. Pogingen om hulp te vinden in de gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg lopen stuk op wachtlijsten: ‘Sommige instanties, vooral die gespecialiseerd waren in het behandelen van angststoornissen, hadden zelfs wachtlijsten van anderhalf jaar.’ Via haar vader vindt zij een psychotherapeute, op een half uur rijden met de auto. Ze durft echter niet met de auto te gaan. Gelukkig is vader bereid om haar telkens heen en terug te rijden. Helaas valt de therapeute na enige tijd uit (borstkanker). Michelle gaat nu aan de antidepressiva, maar kan ook terecht bij iemand die groepstherapie geeft. En over die groepstherapie is ze laaiend enthousiast. Hier heeft ze naar eigen gevoel pas echt iets aan.

Wat gebeurt er in die groepstherapie? Helaas vergeet Michelle nu haar eigen vak: journalistiek. Ze is zo lovend over de behandeling en over de persoon van haar therapeut, dat ze vergeet te noteren wat die hulpverlener doet. De behandeling zelf wordt in een paar woorden samengevat, terwijl ik zo graag had willen lezen hoe die fantastisch goede hulpverlener zich gedroeg in de groep. Hoe hield hij de zaak in beweging? Hoe stuurde hij zijn cliënten bepaalde kanten op? Wat valt er van hem te leren over het gewone leven? Het blijft allemaal geheim.

Wel wijdt de schrijfster een paar bladzijden aan methoden uit de cognitieve gedragstherapie, maar daar hebben we volgens Michelle en haar groepstherapeut weinig aan, want cognitieve gedragstherapie is slechts symptoombestrijding met kortetermijneffecten. De genoemde groepstherapeut heeft een voorkeur voor een psychodynamische benadering, gericht op de onderliggende problematiek.

Kent Michelle nu haar onderliggende problematiek? Ze benoemt deze helaas niet. Wel komen haar angsten vaak weer terug. Maar kennelijk heeft de groepstherapie haar inmiddels geleerd hoe ze de  symptomen hiervan tijdelijk de baas kan worden.